Operation Manual

Inzoomen op een gedeelte van een kaart Beweeg op de kaart twee vingers uit elkaar. U
kunt ook dubbel tikken op het gedeelte waarop
u wilt inzoomen. Tik nogmaals dubbel om nog
verder in te zoomen.
Uitzoomen Beweeg op de kaart twee vingers naar elkaar toe.
U kunt ook met twee vingers op de kaart tikken.
Tik nogmaals met twee vingers om nog verder
uit te zoomen.
Pannen of scrollen naar een ander gedeelte van
de kaart
Sleep omhoog, omlaag, naar links of naar rechts.
De locatie van een van uw contactpersonen in een kaart weergeven: Tik op in
het zoekveld, tik op 'Contacten' en tik vervolgens op een contactpersoon.
Als u op deze manier een adres wilt zoeken, moet u in Contacten voor deze
contactpersoon ten minste één adres hebben ingevoerd. Als u meerdere adressen voor
deze persoon hebt ingevoerd, kiest u het adres dat u wilt weergeven. U kunt een adres
ook in een kaart weergeven door rechtstreeks in Contacten op het adres te tikken.
Uw huidige locatie bepalen
U kunt eenvoudig uw (geschatte) huidige locatie bepalen.
Uw huidige locatie bepalen: Tik op .
Uw huidige locatie wordt aangegeven met een blauwe markering. Als uw locatie niet
nauwkeurig kan worden bepaald, wordt rondom de stip een blauwe cirkel weergegeven.
De grootte van de cirkel is afhankelijk van hoe nauwkeurig de locatie kan worden
bepaald: hoe kleiner de cirkel, hoe nauwkeuriger de locatie kan worden bepaald.
Als u de kaart sleept en nogmaals op tikt, wordt uw geschatte locatie opnieuw
gecentreerd weergegeven op de iPod touch.
13 2 Hoofdstuk 15 Kaarten