Operation Manual

Hoofdstuk 1 De iPhone in één oogopslag 15
De statussymbolen
De symbolen in de statusbalk boven in het scherm geven informatie weer over de iPhone:
Statussymbool Betekenis
Signaalsterkte U bevindt zich binnen het bereik van het mobiele netwerk en u
kunt bellen en gebeld worden. Als er geen signaal is, verschijnt de
tekst 'Geen service'.
Vliegtuigmodus De vliegtuigmodus is ingeschakeld. Dit betekent dat u geen
telefoongesprekken kunt voeren en dat andere draadloze
functies mogelijk zijn uitgeschakeld. Zie Reizen met de iPhone
op
pagina 53.
LTE Het LTE-netwerk van uw aanbieder is beschikbaar en de iPhone
kan via dat netwerk verbinding maken met het internet. (iPhone 5
of nieuwer. Niet overal beschikbaar.) Zie Instellingen voor mobiel
netwerk
op pagina 211.
UMTS Het 4G UMTS (gsm)-netwerk of het LTE-netwerk van uw aanbieder
(afhankelijk van de aanbieder) is beschikbaar en de iPhone kan
via dat netwerk verbinding maken met het internet. (Niet overal
beschikbaar.) Zie Instellingen voor mobiel netwerk
op pagina 211.
UMTS/EV-DO Het 3G UMTS (gsm)-netwerk of het EV-DO (CDMA)-netwerk van
uw aanbieder is beschikbaar en de iPhone kan via dat netwerk
verbinding maken met het internet. Zie Instellingen voor mobiel
netwerk
op pagina 211.
EDGE Het EDGE (gsm)-netwerk van uw aanbieder is beschikbaar en de
iPhone kan via dat netwerk verbinding maken met het internet.
Zie Instellingen voor mobiel netwerk
op pagina 211.
GPRS/1xRTT Het GPRS (gsm)-netwerk of 1xRTT (CDMA)-netwerk van uw
aanbieder is beschikbaar en de iPhone kan via dat netwerk
verbinding maken met het internet. Zie Instellingen voor mobiel
netwerk
op pagina 211.
Wi-Fi-gesprek Op de iPhone wordt een gesprek via Wi-Fi gestart. Zie Een gesprek
starten
op pagina 57.
Wi-Fi De iPhone is via een Wi-Fi-netwerk verbonden met het internet.
Zie Verbinding maken met een Wi-Fi-netwerk
op pagina 18.
Niet storen 'Niet storen' is ingeschakeld. Zie Niet storen op pagina 40.
Persoonlijke hotspot De iPhone dient als hotspot voor een ander apparaat. Zie
Persoonlijke hotspot
op pagina 44.
Synchroniseren De iPhone wordt gesynchroniseerd met iTunes. Zie Synchroniseren
met iTunes
op pagina 22.
Netwerkactiviteit Geeft aan dat er netwerkactiviteit is. In bepaalde apps van andere
ontwikkelaars kan hiermee een actief proces worden aangegeven.
Doorschakelen 'Doorschakelen' is geactiveerd. Zie Doorschakelen,
wisselgesprekken en nummerherkenning
op pagina 63.
VPN Het apparaat is via VPN verbonden met een netwerk. Zie
Netwerktoegang
op pagina 195.
TTY De iPhone is ingesteld voor gebruik met een TTY-apparaat. Zie
TTY-ondersteuning
op pagina 194.
Staande
paginarichting
vergrendeld
De staande weergave is vergrendeld op de iPhone. Zie De
schermstand wijzigen
op pagina 27.
Wekker Er is een wekker ingesteld. Zie Wekkers en timers op pagina 112 .