Operation Manual

Hoofdstuk 1 De iPhone in één oogopslag 12
De knoppen
De meeste knoppen die u op de iPhone gebruikt, zijn virtuele knoppen op het touchscreen. De
iPhone heeft ook enkele fysieke knoppen voor basisfuncties, zoals het inschakelen van de iPhone
en het aanpassen van het volume.
De sluimerknop
Als u de iPhone niet gebruikt, drukt u op de sluimerknop om de iPhone te vergrendelen.
Wanneer u de iPhone vergrendelt, wordt de sluimerstand voor het scherm ingeschakeld, zodat
de batterij wordt gespaard en er niets gebeurt als u het scherm aanraakt. U kunt echter nog wel
telefoongesprekken, FaceTime-gesprekken, berichten en meldingen ontvangen. Ook het geluid
van de wekker wordt nog afgespeeld. U kunt ook muziek beluisteren en het volume aanpassen.
Op de iPhone 6 en iPhone 6 Plus vindt u de knop voor de sluimerstand aan de rechterkant:
Knop voor de
sluimerstand
Knop voor de
sluimerstand
Op eerdere iPhone-modellen bevindt de knop voor de sluimerstand zich aan de bovenrand:
Knop voor de
sluimerstand
Knop voor de
sluimerstand
De iPhone wordt automatisch vergrendeld als u het scherm ongeveer een minuut lang niet
aanraakt. Als u deze tijd wilt aanpassen, tikt u op 'Instellingen' > 'Algemeen' > 'Automatisch slot'.
De iPhone inschakelen: Houd de knop voor de sluimerstand ingedrukt totdat het Apple
logo verschijnt.
De iPhone ontgrendelen: Druk op de sluimerknop of de thuisknop en sleep vervolgens
de schuifknop.
De iPhone uitschakelen: Houd de sluimerknop ingedrukt totdat u een schuifknop op het scherm
ziet en sleep vervolgens deze schuifknop.
Voor extra beveiliging kunt u een toegangscode instellen voor het ontgrendelen van de iPhone.
Tik op 'Instellingen' > 'Touch ID en toegangscode' (iPhone-modellen met Touch ID) of tik op
'Instellingen' > 'Toegangscode' (andere modellen). Zie Een toegangscode gebruiken voor
gegevensbescherming op pagina 49.
De thuisknop
Met de thuisknop gaat u naar het beginscherm en kunt u diverse handelingen snel uitvoeren. Tik
in het beginscherm op een app om de app te openen.