Operation Manual

Bijlage A Voorzieningen voor mensen met een beperking 156
Instellingen en aanpassingen
De basisinstellingen aanpassen: Tik op 'Instellingen' > 'Algemeen' > 'Toegankelijkheid' >
'Schakelbediening'. Hier kunt u het volgende doen:
Schakelaars toevoegen
'Automatisch scannen' uitschakelen (als u een schakelaar van het type 'Naar volgend
onderdeel gaan' hebt toegevoegd)
Het scaninterval aanpassen
Instellen dat het scannen wordt gepauzeerd bij het eerste onderdeel in een groep
Aangeven hoe vaak het scherm moet worden doorlopen voordat 'Schakelbediening' wordt
verborgen
'Tik automatisch' in- of uitschakelen en het interval instellen voor het uitvoeren van een
tweede schakelaaractie om het bedieningsmenu weer te geven
Aangeven of een bewegingsactie moet worden herhaald wanneer u een schakelaar ingedrukt
houdt en hoelang moet worden gewacht voordat de actie opnieuw wordt uitgevoerd
Aangeven of en hoe lang u een schakelaar ingedrukt moet houden voordat de actie van de
schakelaar wordt uitgevoerd
Onbedoelde herhaalde activeringen van schakelaars negeren in 'Schakelbediening'
De snelheid van puntscans aanpassen
Geluidseecten of spraak inschakelen
De onderdelen selecteren die u in het menu wilt weergeven
De selectiecursor groter maken of een andere kleur geven
Instellen of onderdelen moeten worden gegroepeerd tijdens het scannen van onderdelen
Aangepaste bewegingen bewaren die u kunt kiezen in het gedeelte 'Actie' uit het
bedieningsmenu
Schakelbediening specieker instellen: Kies 'Instellingen' uit het bedieningsmenu om de
volgende handelingen uit te voeren:
De scansnelheid aanpassen
De locatie van het bedieningsmenu wijzigen
Schakelen tussen de onderdeelscanmodus en de puntscanmodus
Aangeven of u in de puntscanmodus een kruiscursor of een raster wilt weergeven
De scanrichting omkeren
Geluids- of spraakbegeleiding in- of uitschakelen
Groepen uitschakelen zodat onderdelen één voor één worden gescand
AssistiveTouch
Met AssistiveTouch kunt u de iPhone gebruiken als het scherm aanraken of het drukken op
de knoppen moeilijk gaat. U kunt de iPhone bedienen met een aanpassingsaccessoire (zoals
een joystick) en AssistiveTouch. U kunt AssistiveTouch ook gebruiken zonder accessoire om
bewegingen te maken die lastig zijn voor u.
AssistiveTouch inschakelen: Tik op 'Instellingen' > 'Algemeen' > 'Toegankelijkheid' >
'AssistiveTouch' of gebruik de activeringsknop. Zie Activeringsknop op pagina 136.
De aanraaksnelheid aanpassen (met aangesloten accessoire): Tik op 'Instellingen' >
'Algemeen' > 'Toegankelijkheid' > 'AssistiveTouch' > 'Aanraaksnelheid'.