Operation Manual
Hoofdstuk 28 Contacten 125
Een contactpersoon delen: Tik op een contactpersoon en tik op 'Deel contact'. Zie AirDrop,
iCloud en andere manieren om materiaal te delen op pagina 34.
Een label wijzigen: Als voor een veld een verkeerd label is ingesteld, bijvoorbeeld 'Thuis' in
plaats van 'Werk', tikt u op 'Wijzig'. Tik vervolgens op het label en selecteer een label in de lijst of
tik op 'Voeg aangepast label toe' om een eigen label aan te maken.
Een contactpersoon verwijderen: Ga naar de kaart van de contactpersoon en tik op 'Wijzig'.
Scrol omlaag en tik op 'Verwijder contact'.
Contactpersonen gebruiken in de Telefoon-app
Prioriteit geven aan contactpersonen: Wanneer u contactpersonen aan uw lijst met favorieten
toevoegt en 'Niet storen' hebt ingeschakeld, ontvangt u toch de oproepen van deze personen.
Ook worden deze contactpersonen toegevoegd aan uw lijst met favorieten in de Telefoon-app,
zodat u ze snel kunt bellen. Kies een contactpersoon, scrol omlaag en tik op 'Zet in favorieten'.
Het zojuist gekozen nummer bewaren: Tik in Telefoon op 'Toetsen', voer een nummer in en tik
op 'Zet in contacten'. Tik op 'Maak nieuw contact' of op 'Zet in bestaand contact' en selecteer
een contactpersoon.
Een recente beller aan Contacten toevoegen: Tik in Telefoon op 'Recent' en tik vervolgens op
naast het nummer. Tik vervolgens op 'Maak nieuw contact' of op 'Zet in bestaand contact' en
kies een contactpersoon.
Het kiezen van een toestelnummer of toegangscode automatiseren: Als u een toestelnummer
moet invoeren voor het nummer dat u wilt bellen, kunt u ervoor zorgen dat dit automatisch
gebeurt. Tik bij het wijzigen van het telefoonnummer van een contactpersoon op om
pauzes in het nummer op te nemen. Tik op 'pauzeer' om een pauze van twee seconden op
te nemen. De pauze wordt aangegeven met een komma. Tik op 'Wacht' om het kiezen te
onderbreken totdat u nogmaals op 'Bel' drukt. Deze wachttijd wordt aangegeven met een
dubbele punt.