Operation Manual

Hoofdstuk 3 Basiskenmerken 36
Ook kunt u bestanden bekijken die u als e-mailbijlage op de iPhone hebt ontvangen.
In sommige apps kunt u inhoud delen met AirDrop. Zie AirDrop, iCloud en andere manieren om
materiaal te delen op pagina 35.
Persoonlijke hotspot
U kunt een persoonlijke hotspot gebruiken om de internetverbinding van uw iPhone te delen
met andere apparaten. Computers kunnen uw internetverbinding delen via Wi-Fi, Bluetooth
of een USB-kabel. Andere iOS-apparaten kunnen uw verbinding delen via Wi-Fi. Persoonlijke
hotspot werkt alleen als de iPhone via het mobiele datanetwerk met het internet is verbonden.
Opmerking: Het kan zijn dat deze voorziening niet bij alle aanbieders beschikbaar is. Hieraan zijn
mogelijk extra kosten verbonden. Neem voor meer informatie contact op met uw aanbieder.
Een internetverbinding delen: Tik op 'Instellingen' > 'Mobiel netwerk' en tik op 'Congureer
persoonlijke hotspot' (indien beschikbaar) om deze voorziening bij uw aanbieder in te stellen.
Nadat u 'Persoonlijke hotspot' hebt ingeschakeld, kunnen andere apparaten op de volgende
manieren verbinding krijgen:
Wi-Fi: Selecteer op het apparaat uw iPhone in de lijst met beschikbare Wi-Fi-netwerken.
USB: Sluit de iPhone op uw computer aan met de meegeleverde kabel. Kies 'iPhone'
in het paneel 'Netwerk' in Systeemvoorkeuren op uw computer en congureer
de netwerkinstellingen.
Bluetooth: Tik op de iPhone op 'Instellingen' > 'Bluetooth' en schakel 'Bluetooth' in. Informatie
over hoe u de iPhone koppelt en verbinding laat maken met uw apparaat is te vinden in de
documentatie die bij uw computer is geleverd.
Opmerking: Zodra er verbinding is gemaakt, wordt boven in het scherm van de iPhone een
blauwe band weergegeven. Het Persoonlijke hotspot-symbool wordt weergegeven in de
statusbalk van iOS-apparaten die de persoonlijke hotspot gebruiken.
Het Wi-Fi-wachtwoord voor de iPhone wijzigen: Tik op 'Instellingen' > 'Persoonlijke hotspot' >
'Wi-Fi-wachtwoord' en voer vervolgens een wachtwoord van ten minste acht tekens in.
Het gebruik van uw mobiele datanetwerk controleren: Tik op 'Instellingen' > 'Mobiel netwerk'.
Zie Instellingen voor mobiel netwerk op pagina 176.
AirPlay
U kunt AirPlay gebruiken om muziek, foto's en video's draadloos te streamen naar Apple TV en
andere AirPlay-apparaten die met hetzelfde W-Fi-netwerk als de iPhone zijn verbonden.
De AirPlay-regelaars weergeven: Hiervoor veegt u omhoog vanaf de onderrand van het scherm
om Bedieningspaneel te openen en tikt u vervolgens op .
Inhoud streamen: Tik op en kies het apparaat waarnaar u wilt streamen.
Terugschakelen naar de iPhone: Tik op en selecteer de iPhone.
Het iPhone-scherm synchroon weergeven op een tv: Tik op , kies een Apple TV en tik
vervolgens op 'Synchroon'. Als synchrone AirPlay-weergave is ingeschakeld, verschijnt boven in
het scherm van de iPhone een blauwe balk.
Met een geschikte kabel of adapter van Apple kunt u de iPhone ook op een tv, projector of
ander extern scherm aansluiten. Zie support.apple.com/kb/HT4108?viewlocale=nl_NL.