Operation Manual
Hoofdstuk 3 Basiskenmerken 26
De achtergrond wijzigen
Met de achtergrondinstellingen kunt u een afbeelding of foto instellen als achtergrond voor het
toegangsscherm of het beginscherm. U kunt kiezen uit bewegende of stilstaande afbeeldingen.
De achtergrond wijzigen: Tik op 'Instellingen' > 'Achtergrond en helderheid' > 'Kies een nieuwe
achtergrond'.
Het perspectiefeect in- of uitschakelen: Tik op de knop 'Perspectiefeect' wanneer u
een afbeelding kiest voor een nieuwe achtergrond. Voor achtergronden die u eerder hebt
ingesteld, gaat u naar de instelling 'Achtergrond en helderheid' en tikt u op de afbeelding
van het toegangsscherm of het beginscherm om de knop 'Perspectiefeect' weer geven. De
instelling van het perspectiefeect bepaalt of de geselecteerde achtergrond automatisch
wordt ingezoomd.
Opmerking: De knop 'Perspectiefeect' wordt niet weergegeven wanneer 'Verminder beweging'
is ingeschakeld in de Toegankelijkheidsinstellingen. Zie Beweging van schermelementen
verminderen op pagina 154.
De helderheid van het scherm aanpassen
U kunt de helderheid van het beeldscherm verlagen, zodat de batterij langer meegaat. U kunt
ook instellen dat de helderheid automatisch wordt aangepast.
De helderheid van het scherm aanpassen: Tik op 'Instellingen' > 'Achtergrond en helderheid'
en versleep de schuifknop. Als de optie voor het automatisch aanpassen van de helderheid van
het scherm is ingeschakeld, zorgt de ingebouwde lichtsensor ervoor dat de helderheid wordt
aangepast aan het omgevingslicht. U kunt de helderheid ook aanpassen in Bedieningspaneel.