Operation Manual
Hoofdstuk 25 Instellingen 223
Een eenvoudige code bestaat uit vier cijfers. U kunt de beveiliging verhogen door
'Eenvoudige code' uit te schakelen en een langere code te gebruiken die bestaat uit
een combinatie van cijfers, letters, interpunctietekens en speciale tekens.
Voicedialing in- of uitschakelen: Tik op 'Algemeen' > 'Codeslot' en schakel
'Voicedialing' in of uit.
Gegevens wissen na tien mislukte pogingen om de code in te voeren: Tik op
'Algemeen' > 'Codeslot', geef uw toegangscode op en tik op 'Wis gegevens' om deze
voorziening in te schakelen.
Na tien mislukte pogingen om de toegangscode in te voeren, worden alle instellingen
hersteld naar de standaardwaarden en worden al uw gegevens en mediabestanden
gewist door de coderingssleutel voor de gegevens te verwijderen (de gegevens
worden gecodeerd met behulp van 256-bits-AES-codering).
Beperkingen
U kunt beperkingen instellen voor iPod-materiaal en bepaalde apps op de iPhone. Op
deze manier kunnen ouders bijvoorbeeld voorkomen dat nummers met expliciete
teksten in een afspeellijst verschijnen of dat hun kinderen toegang hebben tot
YouTube.
Beperkingen inschakelen
1 Tik op 'Algemeen' > 'Beperkingen' en tik op 'Schakel beperkingen in'.
2 Geef een code van vier cijfers op.
3 Geef de code nogmaals op.
Beperkingen uitschakelen: Tik op 'Algemeen' > 'Beperkingen' en geef de cijfercode
op. Tik op 'Schakel beperkingen uit' en geef nogmaals de cijfercode op.
Belangrijk: Als u de toegangscode niet meer weet, moet u met iTunes de iPhone-
software herstellen. Zie “De iPhone-software bijwerken of herstellen” op pagina 292.
Beperkingen voor apps instellen: Stel de gewenste beperkingen in door op de
desbetreende opties te tikken. Standaard zijn alle opties ingeschakeld (geen
beperkingen ingesteld). Tik op een onderdeel om het uit te schakelen en zo het
gebruik ervan te beperken.