Operation Manual
Table Of Contents
- iPhone Gebruikershandleiding
- Inhoudsopgave
- Hoofdstuk 1: Aan de slag
- Hoofdstuk 2: Basiskenmerken
- Hoofdstuk 3: Telefoon
- Hoofdstuk 4: Mail
- Hoofdstuk 5: Safari
- Hoofdstuk 6: iPod
- Hoofdstuk 7: Berichten
- Hoofdstuk 8: Agenda
- Hoofdstuk 9: Foto's
- Hoofdstuk 10: Camera
- Hoofdstuk 11: YouTube
- Hoofdstuk 12: Aandelen
- Hoofdstuk 13: Kaarten
- Hoofdstuk 14: Weer
- Hoofdstuk 15: Dictafoon
- Hoofdstuk 16: Notities
- Hoofdstuk 17: Klok
- Hoofdstuk 18: Calculator
- Hoofdstuk 19: Instellingen
- Hoofdstuk 20: iTunes Store
- Hoofdstuk 21: App Store
- Hoofdstuk 22: Kompas
- Hoofdstuk 23: Contacten
- Hoofdstuk 24: Nike + iPod
- Hoofdstuk 25: Voorzieningen voor mensen met een beperking
- Bijlage A: Problemen oplossen
- Bijlage B: Meer informatie

Hoofdstuk 1 Aan de slag 19
De iPhone ondersteunt de Autodiscovery-voorziening van Microsoft, die uw
gebruikersnaam en wachtwoord gebruikt voor het bepalen van het adres van de
Exchange-server. Als het serveradres niet kan worden bepaald, wordt u gevraagd
het adres in te voeren. (Voer het volledige adres in het veld 'Server' in.) Wanneer u
eenmaal een verbinding met de Exchange-server tot stand hebt gebracht, wordt u
mogelijk gevraagd uw toegangscode te wijzigen in overeenstemming met het op de
server ingestelde beleid.
5 Als u een MobileMe- of Microsoft Exchange-account instelt, tikt u op de onderdelen
die u op de iPhone wilt gebruiken: e-mail, gegevens van contactpersonen, agenda's en
bladwijzers (alleen bij MobileMe-accounts).
MobileMe bevat de voorziening Find My iPhone, waarmee u uw iPhone in geval van
verlies of diefstal kunt zoeken. Met deze voorziening kunt u ook de iPhone op afstand
vergrendelen, een toegangscode instellen en de gegevens op het apparaat wissen. Zie
“Beveiligingsvoorzieningen” op pagina 51.
Als u Find My iPhone inschakelt voor uw MobileMe-account, dient u ervoor te zorgen
dat 'Push' is ingeschakeld voor het ophalen van nieuwe gegevens. Hiervoor tikt u
op 'Instellingen' > 'Mail, Contacten, Agenda' > 'Nieuwe gegevens' en als 'Push' is
uitgeschakeld, tikt u op 'Push' om deze service in te schakelen.
Voor Exchange-accounts kunt u instellen hoeveel dagen u e-mailberichten wilt
synchroniseren met de iPhone.
Als er al gegevens over contactpersonen of agenda's op de iPhone staan wanneer
u de account inschakelt, wordt u op de iPhone gevraagd wat u met de bestaande
gegevens op de iPhone wilt doen. U kunt de bestaande gegevens samenvoegen in
uw MobileMe- of Exchange-account. Als u de gegevens niet samenvoegt, kunt u deze
in een afzonderlijke account op de iPhone behouden. (De account krijgt de naam 'Op
mijn iPhone'.) U kunt de gegevens ook verwijderen. Bestaande bladwijzers kunnen
alleen worden samengevoegd of worden verwijderd.
Als u de gegevens van contactpersonen of agenda's in een MobileMe- of Exchange-
account uitschakelt of als u een account verwijdert, wordt u op de iPhone gevraagd of
de gegevens moeten worden bewaard of moeten worden verwijderd.
U kunt gegevens van contactpersonen toevoegen met behulp van een LDAP-account
als uw bedrijf of organisatie hiervoor ondersteuning biedt. Zie “Contactpersonen
toevoegen” op pagina 200.
U kunt een abonnement nemen op CalDAV- of iCal-agenda's (.ics). Zie “Een
abonnement nemen op agenda's en agenda's delen” op pagina 105.