Operation Manual

Table Of Contents
Hoofdstuk 19 Instellingen 163
Een nieuwe VPN-conguratie toevoegen: Tik op 'Algemeen' > 'Netwerk' > 'VPN' >
'Voeg VPN-conguratie toe'.
VPN's worden in organisaties gebruikt om privégegevens veilig te versturen via een
publiek netwerk. Misschien moet u bijvoorbeeld VPN congureren om op uw iPhone
gebruik te kunnen maken van de e-mailaccount van uw werk.
De iPhone kan verbinding maken met VPN's die gebruikmaken van een van de
volgende protocollen: L2TP, PPTP of Cisco IPSec. VPN kan worden gebruikt via Wi-Fi en
mobiele gegevensnetwerken.
Vraag uw netwerkbeheerder welke instellingen u moet gebruiken. In de meeste
gevallen kunt u op uw iPhone de VPN-instellingen gebruiken die u ook op uw
computer gebruikt.
Nadat u de VPN-instellingen hebt opgegeven, verschijnt er in het menu met
instellingen een VPN-schakelaar waarmee u VPN kunt in- en uitschakelen.
VPN kan ook automatisch worden gecongureerd met behulp van een
conguratieproel. Zie “Conguratieproelen installeren op pagina 20.
Een VPN-conguratie wijzigen: Tik op 'Algemeen' > 'Netwerk' > 'VPN' en tik op de
conguratie die u wilt bijwerken.
VPN in- of uitschakelen: Tik op 'Instellingen' en schakel VPN in of uit.
Een VPN-conguratie verwijderen: Tik op 'Algemeen' > 'Netwerk' > 'VPN', tik op de
blauwe pijl rechts van de conguratienaam en tik op 'Verwijder VPN' onder in het
scherm.
Bluetooth
U kunt een draadloze verbinding tussen de iPhone en Bluetooth-apparaten (zoals
headsets, koptelefoons en carkits) tot stand brengen, zodat u muziek kunt beluisteren
en handsfree kunt bellen. Zie “Bluetooth-apparaten op pagina 63.
Bluetooth in- of uitschakelen: Tik op 'Algemeen' > 'Bluetooth' en schakel de
Bluetooth-voorziening in of uit.
Locatievoorzieningen
Met locatievoorzieningen kunnen programma's als Kaarten, Camera en Kompas
gegevens over uw locatie verzamelen en gebruiken. De verzamelde locatiegegevens
worden niet aan uw persoonlijke gegevens gekoppeld. Uw locatie wordt bij
benadering bepaald op basis van beschikbare informatie van gegevens van het
mobiele netwerk, lokale Wi-Fi-netwerken (als Wi-Fi is ingeschakeld) en gps (als u een
iPhone 3G of hoger hebt; gps is niet overal beschikbaar).
U kunt de locatievoorzieningen uitschakelen als u er geen gebruik van wilt maken.
Wanneer een programma probeert toegang te krijgen tot de locatievoorzieningen als
deze zijn uitgeschakeld, wordt gevraagd of u de voorzieningen weer wilt inschakelen.