Operation Manual

Hoofdstuk 4 Siri 42
Siri meer informatie over uzelf geven
Hoe meer Siri over u weet, hoe beter Siri u met deze informatie kan helpen. Siri ontleent
informatie over u aan uw kaart met persoonlijke informatie ('Mijn info') in Contacten.
Siri vertellen wie u bent: Tik op 'Instellingen' > 'Algemeen' > 'Siri' > 'Mijn info' en tik vervolgens
op uw naam.
Voer uw privé- en werkadres op uw kaart in, zodat u bijvoorbeeld tegen Siri kunt zeggen: 'How
do I get home?' en 'Remind me to call Bob when I get to work'.
Siri wil ook weten welke personen belangrijk voor u zijn. Zet deze relaties op de kaart met uw
persoonlijke informatie. Siri kan u daarbij helpen. Wanneer u Siri bijvoorbeeld voor het eerst
vraagt om uw zus te bellen, vraagt Siri wie uw zus is (als u die informatie nog niet op uw kaart
hebt opgenomen). Siri voegt die relatie aan uw kaart met persoonlijke informatie toe, zodat daar
de volgende keer niet meer naar hoeft te worden gevraagd.
U kunt in Contacten kaarten aanmaken voor al uw belangrijke relaties en daarbij informatie
opnemen als telefoonnummers, e-mailadressen, privé- en werkadressen en bijnamen die
u gebruikt.
Hulpinformatie op het scherm
Siri geeft op het scherm voorbeelden van dingen die u kunt zeggen. Vraag Siri 'What can you
do?' of tik op nadat u Siri hebt geactiveerd. Siri geeft een lijst met ondersteunde apps weer en
een voorbeeldverzoek. Tik op een onderdeel in de lijst voor meer voorbeelden.
Houd bij oor
U kunt tegen Siri beginnen te praten door de iPhone naar uw oor te brengen alsof u een
telefoongesprek wilt voeren. Als het scherm niet actief is, drukt u eerst op de sluimerknop of de
thuisknop. U hoort twee korte pieptonen om aan te geven dat Siri luistert. U kunt nu praten.
'Houd bij oor' inschakelen: Tik op 'Instellingen' > 'Algemeen' > 'Siri'.