Operation Manual

Hoofdstuk 33 Instellingen 143
VPN
Uw organisatie gebruikt mogelijk een VPN om privégegevens veilig te versturen via een publiek
netwerk. Het is mogelijk dat u bijvoorbeeld VPN moet congureren om gebruik te kunnen
maken van de e-mailaccount van uw werk. Deze instelling wordt weergegeven wanneer u VPN
hebt gecongureerd op uw iPhone. Hiermee kunt u VPN in- of uitschakelen. Raadpleeg Mobiel
netwerk op pagina 146.
Persoonlijke hotspot
U kunt persoonlijke hotspot (op de iPhone 4 of een nieuwer model) gebruiken om een
internetverbinding te delen met computers of andere apparaten (bijvoorbeeld een iPod touch,
iPad of een andere iPhone) die via Wi-Fi met uw iPhone zijn verbonden. U kunt persoonlijke
hotspot ook gebruiken om een internetverbinding te delen met een computer die is verbonden
met uw iPhone via Bluetooth of USB. Persoonlijke hotspot werkt alleen als de iPhone via het
mobiele datanetwerk met het internet is verbonden.
Opmerking: Deze functie is mogelijk niet overal beschikbaar. Hieraan zijn mogelijk extra kosten
verbonden. Neem voor meer informatie contact op met uw aanbieder.
Een internetverbinding delen: Tik op 'Instellingen' > 'Algemeen' > 'Mobiel netwerk' en tik op
'Congureer persoonlijke hotspot' (indien beschikbaar) om deze voorziening bij uw aanbieder in
te stellen.
Nadat u 'Persoonlijke hotspot' hebt ingeschakeld, kunnen andere apparaten op de volgende
manier verbinding krijgen:
Wi-Fi: Selecteer op het apparaat uw iPhone in de lijst met beschikbare Wi-Fi-netwerken.
USB: Sluit de iPhone op uw computer aan met de meegeleverde kabel. Kies 'iPhone'
in het paneel 'Netwerk' in Systeemvoorkeuren op uw computer en congureer
de netwerkinstellingen.
Bluetooth: Tik op de iPhone op 'Instellingen' > 'Bluetooth' en schakel 'Bluetooth' in. Informatie
over hoe u de iPhone koppelt en verbinding laat maken met uw apparaat is te vinden in de
documentatie die bij uw computer is geleverd.
Opmerking: Zodra er verbinding is gemaakt, wordt boven in het scherm van de iPhone een
blauwe band weergegeven. Het Persoonlijke hotspot-symbool wordt weergegeven in de
statusbalk van iOS-apparaten die de persoonlijke hotspot gebruiken.
Het Wi-Fi-wachtwoord voor de iPhone wijzigen: Tik op 'Instellingen' > 'Persoonlijke hotspot' >
'Wi-Fi-wachtwoord' en voer vervolgens een wachtwoord van ten minste acht tekens in.
Het gebruik van uw mobiele datanetwerk controleren: Tik op 'Instellingen' > 'Algemeen' >
'Gebruik' > 'Gebruik mobiele netwerk'.
Niet storen en berichtgevingen
Pushberichtgevingen worden in Berichtencentrum weergegeven en worden gebruikt om u te
waarschuwen als er nieuwe informatie beschikbaar is, zelfs wanneer de bijbehorende app niet
actief is. De berichtgevingen verschillen per app en kunnen tekst- of geluidsmeldingen zijn of
een getal op het appsymbool in het beginscherm.