Operation Manual

Hoofdstuk 32 Voorzieningen voor mensen met een beperking 129
Tweemaal tikken en vasthouden (1 seconde) + standaardbeweging: Een standaardbeweging
gebruiken. Door tweemaal te tikken en vast te houden geeft u aan dat de iPhone de volgende
beweging als standaardbeweging moet interpreteren.. U kunt bijvoorbeeld tweemaal tikken
en vasthouden en vervolgens, zonder uw vinger op te tillen, met uw vinger slepen om een
schakelaar te verschuiven.
Met twee vingers tweemaal tikken: Een telefoongesprek beantwoorden of beëindigen. Afspelen
of pauzeren in Muziek, Video's, Dictafoon of Foto's. Een foto maken in Camera. Een opname
starten of pauzeren in Camera of Dictafoon. De stopwatch starten of stopzetten.
Met twee vingers tweemaal tikken en de vingers op het scherm houden: Het label van een
onderdeel wijzigen zodat u het gemakkelijker kunt vinden.
Driemaal tikken met twee vingers: De onderdeelkiezer openen.
Driemaal met drie vingers tikken: Het geluid van VoiceOver in- of uitschakelen.
Viermaal tikken met drie vingers: Het schermgordijn in- of uitschakelen.
De rotorbediening van VoiceOver gebruiken
Gebruik de rotor om te bepalen wat er gebeurt wanneer u omhoog of omlaag veegt terwijl
VoiceOver is ingeschakeld.
De rotor bedienen: Draai met twee vingers op het scherm van de iPhone rond een punt dat
precies tussen beide vingers ligt.
De opties in de rotor wijzigen: Tik op 'Instellingen' > 'Algemeen' > 'Toegankelijkheid' >
'VoiceOver' > 'Rotor' en selecteer de opties die beschikbaar moeten zijn wanneer u de
rotor gebruikt.
Het eect van de rotorinstelling is afhankelijk van wat u op dat moment doet. Als u bijvoorbeeld
een e-mail laat voorlezen, kunt u de rotor gebruiken om te schakelen tussen het woord voor
woord of teken voor teken weergeven van gesproken tekst wanneer u met uw vinger omhoog
of omlaag veegt. Als u door een webpagina bladert, kunt u de rotor gebruiken om alle tekst
(woord voor woord of teken voor teken) voor te lezen of om achtereenvolgens naar onderdelen
van een bepaald type te springen, zoals van kopje naar kopje of van koppeling naar koppeling.
Wanneer u een Apple Wireless Keyboard gebruikt voor de bediening van VoiceOver, kunt u
met een spraakrotor functies instellen zoals het volume, de spreeksnelheid, gebruik van toon of
spellingsalfabet, typegeluid en het voorlezen van interpunctie. Raadpleeg VoiceOver bedienen
met een Apple Wireless Keyboard op pagina 132.
Tekst typen en bewerken met VoiceOver
Wanneer u het invoegpunt in een bewerkbaar tekstveld plaatst, kunt u tekst typen met het
schermtoetsenbord of een extern toetsenbord dat u op de iPhone hebt aangesloten.
Tekst invoeren: Selecteer een bewerkbaar tekstveld, tik tweemaal om het invoegpunt en het
schermtoetsenbord weer te geven en begin te typen.
Normaal typen: Om tekst te typen, selecteert u een toets op het toetsenbord door naar links
of naar rechts te vegen en tikt u vervolgens tweemaal om het teken in te voeren. U kunt ook
met uw vinger een toets selecteren op het toetsenbord. Houd vervolgens de toets met één
vinger vast terwijl u met uw andere vinger op het scherm tikt. VoiceOver spreekt de toets uit
wanneer deze wordt geselecteerd, en nogmaals wanneer het teken wordt ingevoerd.