Operation Manual
Beltonen die met iTunes zijn aangemaakt, kunnen worden gesynchroniseerd met elke
iPhone die u in uw bezit hebt. Vervolgens kunt u deze beltonen afspelen op maximaal
vijf gemachtigde computers. Nadat u uw iPhone hebt gesynchroniseerd, kunt u de
beltoon toewijzen aan een of meer contactpersonen.
U kunt ook zelf een beltoon aanmaken in GarageBand. Raadpleeg voor meer
informatie GarageBand Help.
Bluetooth-apparaten
U kunt de iPhone ook met andere handsfree Bluetooth-koptelefoons en Bluetooth-
carkits gebruiken. Daarnaast biedt de iPhone ondersteuning voor Bluetooth-
stereokoptelefoons bij het gebruik van iPod.
Een apparaat koppelen met de iPhone
Voordat u kunt telefoneren met behulp van een Bluetooth-apparaat, moet u het
apparaat koppelen met de iPhone.
Een apparaat koppelen met de iPhone
1 Volg de instructies bij het apparaat om het detecteerbaar te maken of om het naar
andere Bluetooth-apparaten te laten zoeken.
2 Tik op 'Instellingen' > 'Algemeen' > 'Bluetooth' en schakel Bluetooth in.
3 Kies het apparaat op de iPhone en voer de cijfercode of pincode van het apparaat
in. Raadpleeg de instructies voor de cijfercode of pincode die bij het apparaat zijn
geleverd.
Nadat u een Bluetooth-apparaat hebt gekoppeld met de iPhone, moet u een
verbinding tussen de iPhone en het apparaat tot stand brengen om met het apparaat
te kunnen telefoneren.
Een apparaat verbinden met de iPhone: Raadpleeg de documentatie die bij de
headset of carkit is geleverd.
Als de iPhone met een Bluetooth-apparaat is verbonden, lopen uitgaande gesprekken
via het apparaat. Inkomende gesprekken lopen via het apparaat als u ze beantwoordt
met het apparaat, en via de iPhone als u ze beantwoordt met de iPhone.
WAARSCHUWING: Raadpleeg de handleiding Belangrijke productinformatie op
www.apple.com/nl/support/manuals/iphone voor meer informatie over het
voorkomen van gehoorbeschadiging en voor meer informatie over veilig rijden.
62 Hoofdstuk 3 Telefoon