Operation Manual
Hoofdstuk 25 Voorzieningen voor mensen met een beperking 201
 Naar links of rechts vegen: Het volgende of vorige onderdeel selecteren.
 Omhoog of omlaag vegen: Afhankelijk van de instelling voor de rotorbesturing. Zie
“Rotorbesturing” op pagina 201.
 Tikken met twee vingers: Uitspreken van het huidige onderdeel stoppen.
 Met twee vingers omhoog vegen: Alles vanaf boven in het scherm voorlezen.
 Met twee vingers omlaag vegen: Alles vanaf de huidige positie in het scherm
voorlezen.
 Met drie vingers omhoog of omlaag vegen: Eén pagina tegelijk omhoog of omlaag
scrollen.
 Met drie vingers naar rechts of naar links vegen: Naar de volgende of vorige pagina
gaan (bijvoorbeeld in het beginscherm, in Aandelen en in Safari).
 Met drie vingers tikken: De scrolstatus uitspreken, dat wil zeggen aangeven welke
pagina of rijen zichtbaar zijn.
Selecteren en activeren
 Dubbel tikken: Het geselecteerde onderdeel activeren.
 Een onderdeel aanraken met één vinger en op het scherm tikken met een andere vinger
(“gesplitst tikken”): Het onderdeel activeren.
 Dubbel tikken en (één seconde) vasthouden + standaardbeweging: Een
standaardbeweging gebruiken.
Door dubbel te tikken en vast te houden geeft u aan dat de iPhone navolgende
bewegingen als standaardbewegingen moet interpreteren. U kunt bijvoorbeeld
dubbel tikken en vasthouden en vervolgens, zonder uw vinger op te tillen, met uw
vinger slepen om een schakelaar te verschuiven.
 Met twee vingers dubbel tikken: Een telefoongesprek beantwoorden of beëindigen.
Afspelen of pauzeren (iPod, YouTube, Dictafoon, Foto's). Een foto maken (Camera).
Een opname starten of pauzeren (Camera, Dictafoon).
 Met drie vingers dubbel tikken: Het geluid van VoiceOver in- of uitschakelen.
 Driemaal met drie vingers tikken: Het schermgordijn in- of uitschakelen.
Opmerking: U moet snel met één vinger vegen om duidelijk onderscheid aan te
brengen met bewegingen waarbij u met één vinger sleept.
Rotorbesturing
De rotorbesturing is een onzichtbare kiesschijf waarmee u het eect van
veegbewegingen van uw vingers naar boven of naar beneden kunt wijzigen wanneer
VoiceOver is ingeschakeld.
De rotor bedienen: Draai met twee vingers op het scherm van de iPhone om de
kiesschijf als het ware te draaien om tussen opties te kiezen.