Operation Manual
VoiceOver in- of uitschakelen: Tik op 'Instellingen' > 'Algemeen' >
'Toegankelijkheid' > 'VoiceOver' en tik vervolgens op de schakelaar voor het in- en
uitschakelen van VoiceOver.
Opmerking: VoiceOver en de zoomfunctie kunnen niet tegelijkertijd worden gebruikt.
Gesproken aanwijzingen in- of uitschakelen: Tik op 'Instellingen' > 'Algemeen' >
'Toegankelijkheid' > 'VoiceOver' en tik vervolgens op de schakelaar voor het in- en
uitschakelen van de functie 'Spreek aanwijzingen'. Gesproken aanwijzingen zijn
standaard ingeschakeld.
De spreeksnelheid voor VoiceOver instellen: Tik op 'Instellingen' > 'Algemeen' >
'Toegankelijkheid' > 'VoiceOver' en versleep de schuifknop 'Spreeksnelheid'.
U kunt opgeven welke feedback u tijdens het typen wilt krijgen. U kunt instellen
dat VoiceOver tekens, woorden, beide of niets uitspreekt. Als u opgeeft dat u zowel
tekens als woorden wilt horen, spreekt VoiceOver elk teken uit terwijl u typt, en zegt
vervolgens het volledige woord zodra u het woord completeert door een spatie of
leesteken te typen.
Feedback tijdens het typen instellen: Tik op 'Instellingen' > 'Algemeen' >
'Toegankelijkheid' > 'VoiceOver' > 'Feedback bij typen' en tik vervolgens op 'Tekens',
'Woorden', 'Tekens en woorden' of 'Niets'.
De taal instellen waarin tekst door VoiceOver wordt uitgesproken: Tik op
'Instellingen' > 'Algemeen' > 'Landinstellingen' > 'Taal', selecteer de gewenste taal
en tik vervolgens op 'OK'. Sommige talen worden mogelijk door de regio-instelling
beïnvloed. Tik op 'Instellingen' > 'Algemeen' > 'Landinstellingen' > 'Regionotatie' en
selecteer de notatie.
Opmerking: VoiceOver is niet beschikbaar in het Hebreeuws, Arabisch en Kroatisch.
VoiceOver-bewegingen
Wanneer VoiceOver is ingeschakeld, hebben de standaardbewegingen op het
touchscreen een ander eect. Met behulp van deze en andere speciale bewegingen
kunt u de weergave op het scherm wijzigen en de afzonderlijke elementen bedienen
die u selecteert. Tot de VoiceOver-bewegingen behoren tikken en vegen met twee of
drie vingers. Bewegingen met twee en drie vingers zijn het eenvoudigst te maken als
u uw vingers ontspant en op natuurlijke wijze het scherm aanraakt.
U kunt verschillende technieken toepassen om VoiceOver-bewegingen te maken. U
kunt bijvoorbeeld tikken met twee vingers van één hand of met één vinger van elke
hand. U kunt ook uw duimen gebruiken. Probeer verschillende technieken om te
bepalen welke techniek het best voor u werkt.
Hieronder volgt een lijst met een aantal VoiceOver-bewegingen die u kunt gebruiken.
Navigeren en lezen
 Tikken: Onderdeel uitspreken.
200 Hoofdstuk 25 Voorzieningen voor mensen met een beperking