Operation Manual
Hoofdstuk 13 Kaarten 12 7
de locatie toevoegen aan de gegevens van een contactpersoon; Â
het adres via e-mail of mms versturen (op de iPhone 3G of hoger); Â
de locatie van een bladwijzer voorzien. Â
Controleren welke kant u opgaat (alleen op de iPhone 3G S): Tik nogmaals op .
(Het symbool verandert in .) In Kaarten wordt het ingebouwde kompas gebruikt
om de koers te bepalen. Met de hoek wordt de nauwkeurigheid van het kompas
aangegeven: hoe kleiner de hoek, hoe nauwkeuriger het kompas.
De koers wordt bepaald met behulp van het ware noorden, zelfs als u het magnetische
noorden in het kompas hebt ingesteld. Als de kompasnaalden moeten worden
gekalibreerd, wordt u op de iPhone gevraagd om met de telefoon het cijfer acht te
wuiven. Als er sprake is van interferentie, wordt u mogelijk gevraagd weg te gaan bij
de storingsbron. Zie Hoofdstuk 22, “Kompas,” op pagina 189.
Een speld in een plattegrond plaatsen: Tik op en tik vervolgens op 'Laat speld
vallen'.