Operation Manual
  Bijlage A Toegankelijkheid  143
Een schuifknop aanpassen: Selecteer de schuifknop en veeg met één vinger omhoog of omlaag.
Een standaardbeweging gebruiken: Tik dubbel en houd uw vinger op het scherm totdat u drie 
opgaande tonen hoort. Maak vervolgens de beweging. Nadat u uw vinger hebt opgetild, zijn de 
VoiceOver-bewegingen weer van toepassing. Als u bijvoorbeeld een volumeschuifknop met uw 
vinger wilt slepen in plaats van omhoog of omlaag te vegen, selecteert u de schuifknop, tikt u 
dubbel en houdt u uw vinger op de schuifknop totdat u de drie tonen hoort. Schuif vervolgens 
met uw vinger naar links of naar rechts.
Scrollen door een lijst of gebied op het scherm: Veeg met drie vingers omhoog of omlaag.
 •
Vloeiend door een lijst scrollen: Tik dubbel en houd uw vinger op het scherm totdat u drie 
opgaande tonen hoort. Sleep vervolgens uw vinger omhoog of omlaag.
 •
De lijstindex gebruiken: Sommige lijsten hebben een alfabetische tabelindex aan de 
rechterkant. Selecteer de index en veeg vervolgens omhoog of omlaag om door de index 
te scrollen. U kunt ook dubbel tikken, uw vinger op de index houden en vervolgens met uw 
vinger omhoog of omlaag schuiven.
 •
De volgorde van een lijst wijzigen: U kunt de volgorde van onderdelen in bepaalde lijsten 
wijzigen, zoals de rotoronderdelen in het scherm 'Toegankelijkheid'. Selecteer   rechts van 
een onderdeel, tik dubbel en houd uw vinger op het onderdeel tot u drie opgaande tonen 
hoort. Sleep het symbool vervolgens omhoog of omlaag in de lijst.
Berichtencentrum openen: Selecteer een onderdeel in de statusbalk en veeg omlaag met drie 
vingers. Om Berichtencentrum weer te sluiten, zigzagt u met twee vingers (u beweegt twee 
vingers snel heen en weer in een z-vorm).
Bedieningspaneel openen: Selecteer een onderdeel in de statusbalk en veeg omhoog met drie 
vingers. Zigzag met twee vingers om Bedieningspaneel weer te sluiten.
Schakelen tussen apps: Druk tweemaal op de thuisknop om de geopende apps te bekijken en 
veeg vervolgens met één vinger naar links of naar rechts om een app te selecteren. Tik dubbel 
op een app om deze te activeren. U kunt ook de rotor instellen op 'Taken' terwijl u geopende 
apps bekijkt en vervolgens omhoog of omlaag vegen.
De volgorde van de symbolen in het beginscherm wijzigen: Selecteer een symbool in het 
beginscherm, tik dubbel en houd uw vinger op het scherm. Sleep het symbool vervolgens met 
uw vinger. Laat uw vinger los zodra het symbool op de gewenste plek staat. Sleep een symbool 
naar de rand van het scherm om het naar een ander beginscherm te verplaatsen. U kunt 
doorgaan met het selecteren en verplaatsen van onderdelen totdat u op de thuisknop drukt.
De statusinformatie van de iPad uitspreken: Tik boven in het scherm op de statusbalk en veeg 
naar links of rechts om de tijd, de batterijstatus, de Wi-Fi-signaalsterkte en andere informatie 
te horen.
Berichten uitspreken: Tik op 'Instellingen' > 'Algemeen' > 'Toegankelijkheid' > 'VoiceOver' en 
schakel 'Spreek berichtgeving altijd uit' in. Berichten, waaronder de tekst van binnenkomende 
tekstberichten, worden direct uitgesproken, zelfs als de iPad is vergrendeld. Niet-bevestigde 
berichten worden herhaald wanneer u de iPad ontgrendelt.
Het schermgordijn in- of uitschakelen: Tik driemaal met drie vingers. Wanneer het 
schermgordijn is ingeschakeld, is de scherminhoud actief hoewel het scherm is uitgeschakeld.










