Operation Manual
Bijlage A Voorzieningen voor mensen met een beperking 113
Navigeren en lezen
•
Tikken: Het onderdeel selecteren en uitspreken.
•
Naar links of rechts vegen: Het volgende of vorige onderdeel selecteren.
•
Omhoog of omlaag vegen: Is afhankelijk van de instelling van de rotor. Zie De VoiceOver-rotor
gebruiken op pagina 113 .
•
Met twee vingers tikken: Uitspreken van het huidige onderdeel stoppen.
•
Met twee vingers omhoog vegen: Alles vanaf boven in het scherm voorlezen.
•
Met twee vingers omlaag vegen: Alles vanaf de huidige positie voorlezen.
•
Zigzaggen met twee vingers: Twee vingers driemaal snel heen en weer bewegen (in de vorm van
een 'z' ) om een melding te laten verdwijnen of terug te gaan naar het vorige scherm.
•
Omhoog of omlaag vegen met drie vingers: Eén pagina tegelijk scrollen.
•
Naar links of rechts vegen met drie vingers: Naar de volgende of vorige pagina gaan (bijvoorbeeld in
het beginscherm of in Aandelen).
•
Met drie vingers tikken: Extra informatie uitspreken, zoals de positie in een lijst en of er tekst
is geselecteerd.
•
Met vier vingers tikken boven in het scherm: Het eerste onderdeel op de pagina selecteren.
•
Met vier vingers tikken onder in het scherm: Het laatste onderdeel op de pagina selecteren.
Activeren
•
Tweemaal tikken: Het geselecteerde onderdeel activeren.
•
Driemaal tikken: Tweemaal tikken op een onderdeel.
•
Gesplitst tikken: Een onderdeel activeren door één vinger op het onderdeel te houden terwijl u
met een andere vinger op het scherm tikt (in plaats van een onderdeel te selecteren en vervolgens
tweemaal te tikken).
•
Tweemaal tikken en vasthouden (1 seconde) + standaardbeweging: Een standaardbeweging
gebruiken. Door tweemaal te tikken en vast te houden geeft u aan dat de iPad de volgende
beweging als standaardbeweging moet interpreteren. U kunt bijvoorbeeld tweemaal tikken en
vasthouden en vervolgens, zonder uw vinger op te tillen, met uw vinger slepen om een schakelaar
te verschuiven.
•
Met twee vingers tweemaal tikken: Afspelen of pauzeren in Muziek, Video's of Foto's. Een foto maken
in Camera. Een opname starten of pauzeren in Camera. De stopwatch starten of stopzetten.
•
Met twee vingers tweemaal tikken en de vingers op het scherm houden: Het geselecteerde onderdeel
een ander label geven.
•
Driemaal tikken met twee vingers: De onderdeelkiezer openen.
•
Met drie vingers tweemaal tikken: Het geluid van VoiceOver in- of uitschakelen.
•
Driemaal met drie vingers tikken: Het schermgordijn in- of uitschakelen.
De VoiceOver-rotor gebruiken
Gebruik de rotor om te bepalen wat er gebeurt wanneer u omhoog of omlaag veegt terwijl
VoiceOver is ingeschakeld.
De rotor bedienen: Draai met twee vingers op het scherm van de iPad rond een punt dat precies
tussen beide vingers ligt.










