HANDLEIDING MODELLEN 222-228-229
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN Bij het gebruik van een elektrisch apparaat dienen de navolgende veiligheidsvoorschriften in acht te worden genomen. Lees voor het gebruik van deze naaimachine alle instructies zorgvuldig door. Principieel dient de stekker,wanneer de machine niet wordt gebruikt, uit het stopcontact te worden getrokken. Gevaar Om het risiko van een elektrische schok te vermijden: 1. Laat de naaimachine nooit onbeheerd staan zolang deze nog op het stroomnet is aangesloten. 2.
INOUD Basis Functies blz.
Toepassingen blz.
NAMEN EN FUNCTIES MODEL 222/228/229 Handgreep • Draadspanning Lampkap Draadhevel • 2-staps naaivoethevel Naaldstang Naaivoethouder Steekplaat • Grijper-afdekklep -4- Transporteurverzinkknnop
@ Achteruitnaaiknop Garenkloshouder •• • Druk op de knop voor achteruitnaaien en afhechten. Garenwinder e Zigzagknop Handwiel De steekbreedteword! door deze draaiknop geregeld. Voor rechtsteek de knop op "0" zetten. Hoe hoger het nummer hoe breder de zigzagsteek. o Knoopsgatfijnafstelling Draadspanningsknop De bovendraadspanning wordt door deze knop veranderd. Lage nummers geven een lichte bovendraadspanning. Hoge nummers een zwaar dere bovendraadspanning.
Accessoires Zigzagvoet (3) Knoopsgatvoet (5) Knoopaanzetvoet (6) Ritsvoet Kan voor rechtsteek en zigzag worden gebruikt. EI )+ ~ Borstel Tornmesje ~ Schroevendraaier löm::~~1 al ~ '--.J~ ~ Stofgeleider Spoelen 3 st. .Oliespuitje Naaldenset Het gebruik van de specifieke naaivoeten geeft een betere steekkwaliteit. Het model van de naaivoet -6- kan zich wijzigen.
Bevestigen van de aanschuiftafel Houdt de aanschuiftafel verticaal en druk in de richting van de rode pijl. (Afb.1) (Afb.1) Door de klep van de aanschuiftafel omhoog te zetten, kunnen de accessoires worden opgeborgen. Zie rode pijl. (Afb.2) -7- Accessoirebakje.
Naailicht. Het naailicht is ingebouwd achteer de lampkap en kan worden aangezet middels de schakelaar aan de rechterzijde van de machine. (Afb.1) Bij het verwisselen van het lampje. eerst de stekker uit het stopkontakt trekken. De schroef van de lampkap losdraaien (bevindt zich aan de linker zijde van de machine). Lampje uitdraaien en de nieuwe inzetten (Afb.2). Altijd lampje goed vastdraaien. Hierna de lampkap weer aanzetten en vastschroeven. (Afb.1) (Afb.
Machine aansluiten. De stekker in het stopkontakt steken en de voetweerstandstekker in de contrastekker van de machine steken (Afb.1) ATTENTIE: Wanneer de machine niet wordt gebruikt, altijd de stekker uit het stopkontakt trekken. Voetweerstand Voetweerstand . Met de voetweerstand regelt U de naaisnelheid (Afb.2). ATTENTIE: Raadpleeg Uw dealer als U twijfelt, hoe U demachine moei aansluiten. Trek ten allen tijden de stekker uit het stopkontakt, als de machine niet wordt gebruikt.
Naaivoetjes verwisselen Het grootste deel van de naaivoetjes, die bij de machine geleverd worden, zijn losse zolen, die op eenvoudige wijze aan de naaivoethouder te bevestigen zijn. Helboom Afhalen: Naald en naaivoetlichter in de hoogste stand. Hefboom oplichten en de naaivoetzool valt er af. Aanbrengen: Naald en naaivoetlichter in de hoogste stand. Naaivoet-zool onder naaivoet-houder leggen, naai-voetlichter laten zakken en de naaivoet wordt automatisch vastgeklemd (Afb. 2). (Afb. 1) (Afb.
Naald-en garentabel NaaldNo. NaaIdsysteem Materiaal Garen fijne stoffen batist, zijde gemerc. garen 60-80 70 130/705 dunne en middeldikke stoffen, katoen, jersey gemerc. garen 60-70 80 130/705 dikke stoffen loden, tweed ribfluweel gemerc. 'garen 50-60 90 stevige en harde stoffen, jeans, linnen gemerc. garen 50-60 100 synthetische en elastische stoffen, vitrage, zijden jersey synthetisch garen leder, kunstleder gemerc. of synthetisch garen 50-70 90 80-100 Naald No.
Garenwinden. Plaats een leeg spoelklosje op de garenwinderas zodat de gleuf in het spoelklosje over de veer vande garenwinderas gaat. Leidt de draad via de garenwinder-draadgeleider naar het spoelkiosje en windt de draad enkele slagen om het spoelklosje. (Afb.1,3) Door het spoelklosje nu tegen de afslaghevel te drukken, wordt de machine automatisch uitgeschakeld wat het naaien betreft en zodra het spoelklosje vol is, stop het garenwinder automatisch.
Inrijgen van de onderdraad Spoel inleggen. Het spoeltje in de spoelhuls leggen, let op de richting van de pijl. De draad door het gleufje onder het spanningsveertje trekken (Afb. 1). r1/ / Grijperdeksel Grijperdeksel Spoelhuls openen in richting van de pijl (Afb. 2). inzetten (Afb. 3) De spoelhuls aan het klepje vasthouden en met de uitsparing naar boven op de stift van de grijper schuiven (Afb. 4 en 5).
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 Inrijgen bovendraad. Bovendraad geheel conform tekeningen inrijgen, rode lijn zoals aangegeven op blz. 15 en 16. volg heirvoor de 1 1 'Fig. 1) Draadgeleider op bovenkap. Vanaf de garenklos via onderzijde draadgeleider en via het palletje in de geleider naar voren door de gleuf leiden. Daarna via de geleider zoals afgebeeld op fig. 3 weer omhoog leiden zie verder op pag. 16. Zorg ervoor dat de draad onder de geleider (Afb.
l f Draadhevel. Zet de draadhevel in de hoogste stand door het handwiel naar U toe te draaien. Nu dr draad van rechts naar links achter de draadhevel haken en naar beneden geleiden. D.raadgeleider. Via de lage draadgeleider aan de voorzijde van de machine haken en. Naaldklem-draadgeleider. Via de naaldklemdraadgeleider zoals afgebeeld op afb.2 door het oog van de naald leiden. De draad ca 10 cm door het oog van de naald trekken. (Afb.1) -15- (Afb.
Onderdraad ophalen De ingeregen bovendraad losjes met de linkerhand vasthouden. Het handwiel naar U toe draaien, totdat de draadhefboom een beweging naar beneden en ook naar boven heeft gemaakt. De bovendraad even aantrekken, waardoor de lus van de onderdraad naar boven komt. Lus vastpakken en samen met de bovendraad naar achter onder het naaivoetje leggen. (Afb.
Transporteur Transporteur omhoog Steekplaat Voor enkele bewerkingen, b.v. stoppen, knopen aanzetten en borduren in een borduurring, moet de transporteur omlaag gezet worden. I . $- ", Transporteur omlaag St!Plaat 1 1- 7 Zie Afb. 1 voor in- en uitschakelen van de transporteur. P7 -7P Steek keu ze Bij de steekkeuze is het soort naaiwerk doorslaggevend. De steekkeuzeknop wordt op de gewenste steek gedraaid. (Zie stip boven de knop).
Spanning van de onderdraad Draadspanningsknop De spanning van de onderdraad is normaal ingesteld. Om de instelling hiervan te kontroleren, is er een vaste regel. De spoelhuls met het spoeltje aan de draad laten hangen. Door het garen met zachte rukjes naar boven te trekken, moet de spoelhuls zich iets naar beneden bewegen. LosSe,.. •• Vaster Indien de spoelhuls zonder weerstand naar beneden zakt, is de spanning te los en moet hij strakker gezet worden: door het schroefje naar rechts te draaien.
De rechte naad / Instelling van de machine ~ zie Afb. 1. ~ •• 6,•• ..• w Voor rechte naden wordt de steekkeuzeknop op rechtsteek gezet. De steeklengte kan met de steeklengteknop veranderd worden, al naar gelang de soort stof en het naaiwerk. De normale steeklengte • ~ ~ Steekkeuzeknop ;f~\" 11 rAchteruitknop ligt rond de 2 (Afb.2). .\:.!~~ ! • [) 'I Steeklengteknop Transporteur verzinkknop ".M.. 'W' ....., u (Afb. 1) I I I I I I I I I I I I I 5 (Afb.
Rechte naad Zorg ervoor, dat bij het begin van een naad, de draden van U af liggen. De naaivoetlichter moet tijdens het naaien altijd naar beneden. Doordat de naaivoet extra omhoog kan, is het mogelijk zeer dikke stoffen op eenvoudige manier onder de voet te leggen (Afb. 1). , Het naaien van hoeken (b.v. punt van een kraag) 1. Laat de machine stoppen met de naald in het werk. 2. Naaivoetlichter omhoog. 3. Verander in de gewenste naairichting. 4. Naaivoetlichter omlaag. (Afb. 3.).
Zig-zagnaden r ~ ---;..~\".-••.•• #, '" Instelling voor zigzagnaden: 1. Steekkeuzeknop op zigzag. 2. Zigzagknop varierend tussen 1-5. 3. Steeklengteknop varierend tussen 1-4. • Steekkeuzeknop Jl rAchteruitknop \. LET OP! & Bij gebruik van een tweelingnaald zig-zagbreedte nooit groter instellen dan "2". T ',.NI, v -21- Zigzagknop Steeklengteknop Transporteur verzinkknop (Afb. 1) I1 .\~l~, ~ 'W' ...
Zig-zagnaden (breedte) De grootste steekbreedte voor zig-zagnaden is instelling "5". De breedte kan voor ieder naaiwerk aangepast worden van 1-5. Bij gebruik van een tweeling-naald mag de instelling nooit breder zijn dan "2". (Afb. 1). t" Zig-zagnaden (lengte) I De normale steeklengte bij zig-zagnaden is 2 tot 2,5 (zie blauwe lijn op knop). Voor cordonnaaien, steeklengte op '.'0,5" instellen (Afb. 2).
Zig-zag borduursteken Alle instellingen voor zig-zag borduursteken zijn aangegeven in de blauwe kleur. Steekkeuzeknop Stretch steken , De instelling voor stretchsteken is aangegeven in de rode kleur. De normale steekbreedte is "5" - uitgezonderd de rekbare rechte naad - en de naald moet in het midden staan. Voor de rekbare rechte naad moet de zig-zagknop op "0". Siersteken zijn mooi en decoratief, met vele toepassingen. Voor tafellakens, servetten e.d. zijn deze niet alleen leuk, maar ook praktisch.
INSTELLING VAN DE MACHINE Drievoudige rekbare rechte naad Steekkeuze Instelling van de machine zie Afb. 1. Zig-zagvoet bevestigen. De drievoudige rechte steek is van groot nut voor bepaalde stoffen en naden. Alle naden, die aan spanningen onderhevig zijn, zoals kruisnaden in pantalons; raglanmouwen, skibroeken enz. kunnen het beste met deze steek genaaid worden (Afb. 2). (Afb.
,-INSTELLING Onzichtbaar zomen - blindzomen Steekkeuze VAN DE MACHINE Zig-zagknop Steeklengte knop voetje Transporteur Instelling van de machine zie Afb. 1 Blindzoomvoet bevestigen. De blindzoom is de steek, waarmee b.v. een rok kan worden gezoomd. Bij het zomen kan men de steeklengte regelen en aan de stof aanpassen. ~J Blindzoomvoel t ~= blindzoomsteek normale stoffen. ~ bllndzoornsteek rekbare stoffen. De zoom aande kant afwerken en op de gewenste breedte omslaan (evt.
INSTELLING VAN DE MACHINE Overloek naden Zig-zagknop Instelling van de machine zie Afb. 1. Zig-zagvoet bevestigen Steeklengte knop Voetje Transporteur ~J Normale naaivoet Overlock naden worden voor rekbare stoffen, hand- of machinegebreide stoffen, zoals jersey, badstof, tricot enz. gebruikt Met deze steken kan men snel en eenvoudig in één bewerking naaien en afwerken tegelijk (Afb. 2). Indien een overlock-steek wordt genaaid op dunne stof, kan de speciaalvoet Nr. 8 gebruikt worden.
Kno pen aanzetten INSTELLING VAN DE MACHINE Zig-zagknop Instelling van de machlne . zie Afb Kn .1 oopaanzet . Transporteur ~~et bevestigen. a en verzinken. , De knoop pre . leggen. . oes onder de vi~kante uitsparin naald re De zlq-zaqbrsedte met 8-1 ~~~::;nli dnksprecie:~n ~:tgelletn(ongeve~rV~~~e)tdvoetje opdat d e knoo a en van d k ,at de e bevestiging va~ aannaaien. De ond e noop stikt. Dan de knoop niet losra~~;a(:d afhechten, tb, 2 en 3).
Knoopsgaten naaien Instelling van de machine zie Afb. 1. Knoopsgatenvoet bevestigen. Met de knoopsgatenautomaat kunt U snel en eenvoudig knoopsgaten maken. Aangezien knoopsgaten in de meest uiteenlopende materialen gemaakt worden, kan de steekdichtheid veranderd worden. Dit is met de steeklenqteknop in het groene vak mogelijk. (Afb. 2). De knoopsgatenvoet heeft merktekens, waardoor de knoopsgaten altijd de gewenste lengte krijgen. .
r Breedte van het knoopsgat D De ruimte tussen de twee stekenrijen van het knoopsgat kan versteld worden met de zig-zagknop tussen de nummers 3.5 en 5. (Afb. 1). , Voor het verstevigen van een knoopsgat kan er een koordje ondergenaaid worden. Haak het koordje achteraan de knoopsgatenvoet en zet de einden vast aan de voorkant van de voet. Naai het knoopsgat zoals gebruikelijk. (Afb. 2). Als het knoopsgat klaar is, het koordje aantrekken, einden naar achter steken, verknopen en wegstoppen. (Afb. 3).
Balans voor rechter-en linkerzijde van het knoopsgat. De steekdichtheid van zowel de linker-als de rechtercordon kunnen worden gewijzigd d.m.v. de fijn-afstellingsknop. Normaal staatdeze fijnafstellingsknopop "0", tussen de "+" en "- ". Indien de steken aan de rechterzijde van het knoopsgat te dicht bij elkaar liggen, draait U de knop richting "+". Draaien van de knop naar links verwijdt de steken aan de rechterzijde en verkleint de steken aan de linkerzijde.
INSTELLING VAN DE MACHINE Rtssluiting inzetten Zig-zagknop h>telling van de machine zie Afb. 1. Rissluitingvoet,bevestigen. Steeklengte knop Voetje Door de voorkant van de ritssluitingvoet naar boven te drukken, lIan deze zowel links als rechts van de naald gebruikt worden. Dit maakt het mogelijk om beide kanten van de ritssluiting te naaien, zonder het werk om te draaien.
INSTELLING VAN DE MACHINE Zomen met de rolvoet Zig-zagknop Rolzoomvoet bevestigen Instelling van de machine zie Afb. 1. 1. Vouw de rand van de stof 2 maal om. Naai 4 à 5 steekjes op dit stukje en trek daarbij de draden licht van U af. (Afb. 2). Steek/engte knop Voetje Transporteur ~I Ro/zoomvoet 2. Laat de naald in de stof staan: haal de voet omhoog met de naaivoetlichter. Rol met de rechterhand de stof in de voel Laat de voet weer zakken. terwijl de stof iets naar U toe qetrokken wordt.
Ir INSTELLING VAN DE MACHINE Naaien met de tweelingnaald en de lineaal I" • mtelling van de machine Zig-zagknop zie Afb. 1. Borduurvoetbevestigen. Enkele steken van het stekenprogramma kunnen met de tweelingnaald genaaid worden, van belang is dat de tweelingnaald niet te breed is. De tweelingnaald op dezelfde manier inzetten als een gewone naald.
INSTELLING VAN DE MACHINE Koordvoet Zig-zagknop Steeklengte knop Voetje Instelling van de machine zie Afb. 1. Koordvoet bevestigen De zlq-zaqsteek is geschikt voor het opnaaien van diverse soorten draden, met de koordvoet, b.v. wol, borduurgaren enz. Leg de draad onder de middelste uitsparing van de voet. Stel de zig-zagsteek iets breder in dan de dikte van de draad die U gebruikt. (Afb. 3). (Afb. 2) -34- (Afb.
INSTELLING VAN DE MACHINE Smocken Zig-zagknop Instelling van de machine zie Afb. 1. • , Smocken is een leuke manier om kinderkleding, schortjes enz. te versieren. Gebruik altijd zacht, soepel materiaal. De benodigde stofbreedte is ongeveer twee maal de breedte van het kant-en-klare werkstuk. (Afb. 1) L- Steeklengte knop Voetje ~ =- Normale naaivoet Stel de machine in op rechtstikken, met de grootste steeklengte (5) en de bovendraadspanning op "0".
Applikeren Instelling van de machine zie Afb. 1. Borduurvoet bevestigen. INSTELLING VAN DE MACHINE Zig-zagknop Steeklengte knop Voetje Transporteur ~I Borduurvoet (Afb. 1) Lapjes of vilt naar eigen ontwerp Vastspelden . of plakken ..... Het te applikeren motief met ongeveer 2 cm naad uitknippen, op de stof leggen en met zig-zagbreedte 3 en steeklengte 1 langs de omtrek naaien. Daarna de overtollige stof netjes wegknippen. De zig-zagbreedte op ongeveer 4 en en de steeklengte qp ongeveer 0.
Borduren "uit de vrije hand" mtelling van de machine zie Afb. 1. ! Gebruik een houten of metalen borduurring. Steeklengte en steekbreedte kunnen naar wens ingesteld worden. !, Borduurring, naald en garen INSTELLING VAN DE MACHINE Zig-zagknop Span de stof strak in de borduurring. (Afb. 2) 1 I Steeklengteknop Transporteur • Bij de aanvang van het werk moet de naaivoetlichter altijd naar beneden staan. Het verdient aanbeveling dunne naalden en fijn garen te gebruiken.
Borduren "uit de vrije hand" Borduren zonder zig-zaginstelling Beweeg de borduurring van voor naar achter en van links naar rechts. Zorg dat de steekjes netjes naast elkaar liggen. (Afb. 1). 1 1 1 I 11 " Stippen borduren " I" 1 I 11 11 11 11 1 n I1 11 1\ f1 lil! 111111 11/111 I/ 1I I I I / I I I I \ t IJ IJ Ij Laat de machine langzaam lopen en beweeg de borduurring alleen wanneer de naald uit de stof is. (Afb. 2).
Schoonmaken en smeren van de machine Anker naaimachines stellen weinig eisen wat verzorging betreft. Alles, wat bij het normale onderhoud hoort kan men zelf doen. Naald, naaivoethouder en spoel huls verwijderen. De steekplaat losschroeven Afb. 1. Voor het schoonmaken van de delen rond de grijper een kwastje of zachte lap gabruiken.
Smeren van de machine Voor het smeren behoeft slechts een enkele druppel naaimachineolie gebruikt te worden. Deksel openen en smeren bij de pijlen (Afb. 1). (Afb. 1) Bovenste arm Draai de twee schroeven los en neem het deksel af. Smeren bij de pijlen (Afb. 2). LET OP! Het omcirkelde gedeelte nooit smeren. Onderste arm Achterplaat van de vrije arm verwijderen en smeren bij de pijlen. (Afb. 3). (Afb. 3).
Storingen steken overslaan: nieuwe naald inzetten de naden trekken: naald en garen te dik, te strakke spanning hard geluid bij het naaien: schoonmaken en grijperbaan oliën, stompe naald handwiel draait niet, machine zit vast: handwiel met rukjes naar achteren en voren draaien gaatjes in de stof: stompe naald, te dikke naald maakt geen steek: naald verkeerd ingezet naald breken: steeklengte te kort, naald niet geschikt voor het materiaal bovendraad trekt: naald beschadigd, bovenspanning te str
021SE1301 SEPT/94