Operation Manual
25
Handboek
NL
7. Na enkele seconden verschijnt op het display het bericht “BEZIG MET LADEN”.
8. De robot begint het gras te maaien volgens de geprogrammeerde modaliteiten.
VEILIGE STILLEGGING VAN DE ROBOT
Tijdens het gebruik van de robot kan het nodig zijn om de werking stil te leggen. In normale omstandigheden wordt de robot stilgelegd met de
toets “Off/Stop”. In geval van gevaar of om het onderhoud uit te voeren, moet de robot veilig stilgelegd worden zodat gevaar op een plotselinge
start van het mes wordt vermeden. Druk op de toets “STOP/Emergency” (A) om de robot stil te leggen. Druk nogmaals op de toets “STOP/
Emergency” (A) om de robot weer te gebruiken.
Belangrijk
De veilige stillegging van de robot is noodzakelijk om
de handelingen van het onderhoud en de herstellingen
uit te voeren (bijvoorbeeld de vervanging en/of het
opladen van de batterijen, de vervanging van het mes,
reinigingshandelingen, enz.).
TOETS “OFF/STOP” (A)
AUTOMATISCHE TERUGKEER NAAR HET LAADSTATION
De robot eindigt de werkcyclus wanneer het volgende gebeurt.
-
Batterijen leeg: De robot keert automatisch terug naar het laadstation.
-
Regen: Wanneer het regent, keert de robot automatisch terug naar het laadstation, en zal weer in werking gesteld worden volgens de
geprogrammeerde modaliteiten (raadpleeg “Programmeringsmodaliteit”).
-
Gemaaid grasperk (enkel voor bepaalde modellen, raadpleeg “Technische gegevens”): De sensor detecteert dat het grasperk gemaaid
is, de robot keert automatisch terug naar het laadstation en zal weer in werking gesteld worden volgens de geprogrammeerde modaliteiten
(raadpleeg “Programmeringsmodaliteit”).
-
Einde werkperiode: Na de werkperiode keert de robot automatisch terug naar het laadstation, en zal weer in werking gesteld worden
volgens de geprogrammeerde modaliteiten (raadpleeg “Programmeringsmodaliteit”).
GEBRUIK VAN DE ROBOT IN GESLOTEN ZONES ZONDER LAADSTATION
De start van de robot in de modaliteit gesloten ruimte moet uitgevoerd
worden om gesloten ruimtes te maaien, die afgebakend zijn met de
omtrekdraad en zonder laadstation.
Voorzichtig-Waarschuwing
Verplaats de robot met behulp van de daarvoor
bestemde handgreep achteraan. Gebruik beschermende
handschoenen om eventueel gevaar op snijwonden te
vermijden.
Plaats de robot in het werkgebied op minstens 100 cm (39,37 ") afstand
van de omtrekdraad en eender welk obstakel.
min. 100 cm
(39,37 ")
min. 100 cm
(39,37 ")