Operation Manual
22
Handboek
NL
AFST.BED.: (enkel voor bepaalde versies, raadpleeg “Technische gegevens”) Raadpleeg
de aanwijzingen op de afstandsbediening / console voor de procedure van de combinatie.
GELUID: Voor de desactivering van de informatie van het geluidssignaal wanneer de robot
zich in het laadstation bevindt.
ZOEK LAADSTATION: Hiermee kan de methode van terugkeer naar het laadstation beslist
worden.
1. “Volg de kabel”. De robot bereikt het laadstation door de wielen op de overgang van
de draad zelf te plaatsen.
2. “Via boogpatroon”. De robot zal langs de omtrekdraad lopen, en zal hem af en toe
raken met een schokkende beweging tot hij de “Oproep” naar het laadstation herkent.
Raadpleeg het hoofdstuk “Installatie”
DATUM: Functie voor de instelling van de datum.
UUR: Functie voor de instelling van de zomertijd of de wintertijd.
DATUM DD/MM/JJ
MAA 00 / 00 / 00
1
0
1
UURREGELING - PROGRAMMERINGSMODALITEIT
WEEK: functie voor het programmeren van de dagen van werking van de robot tijdens de
week. De cursor wordt automatisch onder de letter “M” (maandag) geplaatst.
Als voor alle dagen “1111111” wordt ingesteld, werkt de robot alle dagen. Als “0000000”
wordt ingesteld, werkt de robot geen enkele dag van de week.
-
Waarde 1 : Werkdag van de robot.
-
Waarde 0 : Rustdag van de robot.
Belangrijk
Om de potentialiteit van de robot beter te benutten, wordt aanbevolen om
de robot te programmeren om elke dag te werken.
WEEK MDWDVZZ
MAA 1111111
1
0
1
UURREGELING 1: Functie voor de instelling van de eerste werkperiode van de robot tijdens
de dag. De cursor wordt automatisch in de zone onder de eerste tijdsperiode geplaatst
(bijvoorbeeld van 10:00 tot 13:00). Stel het beginen eindtijdstip van de werking in. Als de
tijd wordt ingesteld op “00:00 – 00:00” wordt de robot dus niet in werking gesteld tijdens
werkperiode 1. Als de robot na de invoer een geluidssignaal produceert en het uur reset, is
een tegenstrijdigheid aanwezig van de ingevoerde tijdsperiode of met werkperiode 2.
UURREGELING 2: Functie voor de instelling van de tweede werkperiode van de robot
tijdens de dag.
Belangrijk
Als de secundaire zones moeten ingesteld worden, moeten in de
programmering bij voorkeur beide werkperiodes gebruikt worden om de
frequntie van het maaien van de zones te vergroten.
Belangrijk
Om de robot compleet op te laden, zijn indicatief minstens 3,5 uren nodig.
Er wordt dus aanbevolen om een pause te laten tussen werkperiode 1 en
werkperiode 2, van minstens 4 uren.
UURREGELING 1
00 : 00 - 00 : 00
03
07
02
01
De instelling van de werkperiode van de robot is van fundamenteel belang voor een goede werking van het product. Vele parameters beïnvloeden
de confi guratie van de werkperiode, zoals bijvoorbeeld de secundaire zones, het aantal batterijen van de robot, de complexheid van het
grasperk, het type van gras enz. Algemeen gezien moet de werkperiode lichtjes verlengd worden in geval van tuinen met secundaire zones,
tuinen met veel obstakels en in geval van complexe zones. Hieronder volgt een indicatieve tabel voor de eerste confi guratie. N.B. Stel alle dagen
van de week in op “1”-“Werkdagen”.
m² (ft²) Periode 1 Periode 2
0200 (2152) 10:00 11:00
0500 (3230)
10:00 12:00
Batterij 2.3Ah
10:00 11:00 14:00 15:00