Operation Manual

de wedstrijdleider welke slag onjuist is geweest. Om het aantal
kaarten te herstellen, behoort de wedstrijdleider als volgt te hande-
len:
1. Overtreder heeft te veel kaarten
Als de overtreder verzuimd heeft in de onjuiste slag bij te spe-
len, moet de wedstrijdleider eisen dat hij direct een kaart open
op tafel legt en die correct tussen zijn gespeelde kaarten
plaatst (met deze kaart kan de betreffende slag niet alsnog ge-
maakt worden).
(a) Overtreder kan bekennen
Als de overtreder kan bekennen in de onjuiste slag, moet hij
een kaart in de voorgespeelde kleur tussen zijn gespeelde
kaarten plaatsen en is er geen straf.
(b) Overtreder kan niet bekennen
Als de overtreder niet kan bekennen in de onjuiste slag,
plaatst hij een willekeurige kaart tussen zijn gespeelde kaar-
ten en (strafbepaling) wordt hij geacht verzaakt te hebben in
de onjuiste slag - hij kan bestraft worden met het afstaan
van één slag, zoals bepaald in artikel 64.
2. Overtreder heeft te weinig kaarten
Als de overtreder meer dan één kaart in de onjuiste slag heeft
gespeeld, controleert de wedstrijdleider de gespeelde kaarten
en schrijft voor dat de overtreder alle extra kaarten* in zijn hand
terugneemt, waarbij hij de getoonde kaart die in de onjuiste
slag is gespeeld, bij de gespeelde kaarten laat liggen (als de
wedstrijdleider niet in staat is vast te stellen welke kaart ge-
toond is, laat de overtreder de hoogste kaart, die hij reglemen-
tair in die slag had kunnen spelen, bij de gespeelde kaarten lig-
gen). Een aan de hand toegevoegde kaart wordt geacht voort-
durend te hebben behoord tot de hand van de overtreder, en
indien deze kaart in een eerdere slag had moeten worden ge-
speeld, is dit verzuim een verzaking.
83
* De wedstrijdleider behoort zo mogelijk te vermijden dat er gespeelde kaarten
van een tegenspeler worden getoond, maar als een extra kaart, die aan de hand
van een tegenspeler wordt toegevoegd, reeds getoond is, wordt dit een straf-
kaart (zie artikel 50).