Operation Manual
ARTIKEL 43
Beperkingen voor de blinde
Met uitzondering van de bepalingen in artikel 42:
A. Beperkingen voor de blinde
1. Algemene beperkingen
(a) Ontbieden van de wedstrijdleider
Tijdens het spelen behoort de blinde niet het initiatief te ne-
men tot het ontbieden van de wedstrijdleider, tenzij de aan-
dacht op een onregelmatigheid al werd gevestigd door een
andere speler.
(b) Aandacht vestigen op een onregelmatigheid
Tijdens het spelen mag de blinde niet de aandacht vestigen
op een onregelmatigheid.
(c) Deelnemen aan of commentaar geven op het spelen
De blinde mag niet deelnemen aan het spelen en hij mag
niets over het spel aan de leider overbrengen.
2. Beperkingen waaraan een specifieke straf verbonden is
(a) Uitwisselen van handen
De blinde mag zijn hand niet uitwisselen met die van de leider.
(b) Opstaan om met de leider mee te kijken
De blinde mag niet opstaan om het spelen van de leider te
volgen.
(c) De hand van een tegenspeler inkijken
De blinde mag niet op eigen initiatief kijken naar de beeldzij-
de van een kaart in de hand van één der tegenspelers.
B. Straffen voor overtreding
1. Algemene straffen
De blinde kan volgens artikel 90 worden bestraft voor elke over-
treding van de beperkingen, opgesomd in A1 en A2 hierboven.
2. Specifieke straffen
Als de blinde, na overtreding van de beperkingen, opgesomd in
A2 hierboven:
(a) De leider waarschuwt voor verkeerd voorspelen
de leider waarschuwt niet uit de verkeerde hand voor te
spelen, (strafbepaling) mag elk van de tegenspelers bepa-
len, uit welke hand de leider moet voorspelen.
(b) Bij de leider informeert naar een mogelijke onregelmatigheid
de eerste is die de leider vraagt of het spelen van een kaart
uit de hand van de leider een verzaking is, moet de leider, in-
dien hij een onreglementaire kaart speelde, een juiste kaart
hiervoor in de plaats spelen en zijn de strafbepalingen van
artikel 64 van toepassing alsof de verzaking voldongen was.
60










