Operation Manual

2. Langzaam spelen
het overmatig langzaam spelen van een deelnemer.
3. Luidruchtig bespreken
het bespreken van het bieden, het spelen of het resultaat van
een spel, zodanig dat dit aan een andere tafel kan worden ge-
hoord.
4. Het vergelijken van scores
het ongeoorloofd vergelijken van de scores met een andere
deelnemer.
5. Het aanraken van andermans kaarten
het aanraken of in de hand nemen van kaarten die aan een an-
dere speler behoren (zie artikel 7).
6. Kaarten in een verkeerd vak steken
het steken van één of meer kaarten in een verkeerd vak van het
bord.
7. Fouten in de gang van zaken
een foutieve handelwijze (bijvoorbeeld verzuimen de kaarten te
tellen, het verkeerde bord spelen enz.) die het toekennen van
een arbitrale score aan een deelnemer noodzakelijk maakt.
8. Geen medewerking
het niet dadelijk voldoen aan de wedstrijdbepalingen of aan
een voorschrift van de wedstrijdleider.
ARTIKEL 91
Bestraffen of schorsen
A. Bevoegdheid van de wedstrijdleider
Bij het uitoefenen van zijn taak om orde en discipline te handhaven,
is de wedstrijdleider met name bevoegd om disciplinaire straffen,
uitgedrukt in punten, op te leggen of een deelnemer voor de duur
van de zitting of een gedeelte daarvan te schorsen (de beslissing
van de wedstrijdleider in dit geval is definitief).
B. Recht van uitsluiting
De wedstrijdleider is uitdrukkelijk bevoegd om een speler om eni-
gerlei reden uit te sluiten, waarbij hij goedkeuring behoeft van het
wedstrijdcomité of de organiserende instantie.
107