Operation Manual

PARAGRAAF III
Herstel van onregelmatigheden
ARTIKEL 86
In viertallenwedstrijden
A. Arbitrale score bij het spelen om IMP
Als de wedstrijdleider besluit een kunstmatige arbitrale score van
gemiddelde-plus of gemiddelde-min toe te kennen, bedraagt die
score +3 IMP respectievelijk -3 IMP.
B. Niet-complementaire scores in wedstrijden volgens afval-
systeem
Als de wedstrijdleider niet-complementaire arbitrale scores (zie arti-
kel 12C) toekent in wedstrijden volgens afvalsysteem, wordt van ie-
dere deelnemer de score op het bord apart berekend. Het gemid-
delde van de twee scores wordt dan aan beide deelnemers toege-
kend.
C. Vervangend bord
De wedstrijdleider mag niet van zijn bevoegdheid gebruik maken
om volgens artikel 6 een bord te laten overgeven, als het eindresul-
taat van een wedstrijd zonder dat bord bij een deelnemer bekend
zou kunnen zijn. In plaats daarvan kent hij een arbitrale score toe.
ARTIKEL 87
Onklaar bord
A. Definitie
Een bord wordt als “onklaar” beschouwd als de wedstrijdleider vast-
stelt dat één of meer kaarten in een verkeerd vak zijn gestoken, zodanig
dat deelnemers die rechtstreeks met elkaar vergeleken hadden moeten
worden, het bord niet met dezelfde kaartverdeling hebben gespeeld.
B. Scoreberekening van het onklare bord
Bij het berekenen van de score van een onklaar bord stelt de wed-
strijdleider zo goed mogelijk vast welke scores op het bord zijn be-
haald met de oorspronkelijke kaartverdeling en welke met de gewij-
zigde kaartverdeling. Hij verdeelt de behaalde scores op deze basis
in twee groepen en berekent elke groep afzonderlijk volgens de be-
palingen gegeven door de organiserende instantie.
Voor sommige vormen van viertallenwedstrijden kan de organise-
rende instantie voorschrijven dat er opnieuw gegeven moet worden
(zie artikel 6).
105