Operation Manual

86
2. De zwaarst mogelijke inbreuk is het uitwisselen van informatie
tussen de partners door middel van vooraf overeengekomen,
niet door de spelregels toegestane communicatiemethoden.
C. Speler ontvangt ongeoorloofde informatie van zijn partner
Indien een speler beschikt over ongeoorloofde informatie van zijn
partner, zoals bijvoorbeeld voortkomend uit een opmerking, vraag,
uitleg, gebaar, gedraging, overmatige nadruk, stembuiging, haast
of aarzeling van zijn partner, een onverwachte alert of het niet aler-
teren, moet hij zorgvuldig vermijden enig voordeel te trekken uit die
ongeoorloofde informatie.
D. Variƫren van tempo of handelwijze
1. Het is gewenst, hoewel niet altijd noodzakelijk, dat spelers een
regelmatig tempo en eenzelfde handelwijze aanhouden. Spelers
moeten nochtans extra voorzichtig zijn als variaties hun een
voordeel kunnen opleveren. In andere gevallen is het onopzet-
telijk variƫren van het tempo of de manier van bieden of spelen
op zichzelf geen inbreuk op de gedragsregels. Gevolgtrekkingen
mogen slechts door een tegenstander worden gemaakt en dan
voor eigen risico.
2. Een speler mag niet proberen een tegenstander te misleiden
door woord of gebaar, door haast of aarzeling bij het bieden of
spelen (zoals het aarzelen met een singleton) of door de manier
van bieden of spelen of door enige andere opzettelijke afwijking
van de correcte manier van handelen.
E. Misleiding
Een speler mag op een gepaste wijze proberen een tegenstander
te misleiden door een bieding of speelwijze (zolang die niet berust
op een geheime afspraak of op ervaring met de partner).
F. Overtreding van de gedragsregels
Indien een overtreding van de gedragsregels die in dit artikel zijn
beschreven, leidt tot nadeel voor een niet in overtreding zijnde te-
genstander en als de wedstrijdleider van oordeel is dat een niet in
overtreding zijnde speler een onjuiste gevolgtrekking heeft ge-
maakt uit een woord, gebaar, tempo of iets dergelijks van een te-
genstander die hiervoor geen duidelijke bridgetechnische reden
had en die ten tijde van zijn handeling kon weten dat hij hiervan
voordeel zou kunnen hebben, moet de wedstrijdleider een arbitrale
score toekennen (zie artikel 12C).