Operation Manual

83
ARTIKEL 70
Betwist opeisen of afstaan van slagen
A. Algemene doelstelling
Bij het beslissen over een betwist opeisen of afstaan van slagen
stelt de wedstrijdleider het resultaat op het spel voor beide partijen
zo billijk mogelijk vast maar elk twijfelachtig punt in verband met
het opeisen of afstaan dient in het nadeel van de eiser te worden
beslist. De wedstrijdleider gaat als volgt te werk:
B. Herhalen van de toelichting
1. De wedstrijdleider verlangt van de eiser dat hij de toelichting die
hij bij zijn opeisen gegeven heeft, herhaalt.
2. Vervolgens luistert de wedstrijdleider naar de bezwaren die de
tegenstanders tegen het opeisen of afstaan hebben (maar in
zijn overwegingen is de wedstrijdleider niet uitsluitend beperkt
tot de bezwaren van de tegenstanders).
3. De wedstrijdleider kan van de spelers verlangen dat zij hun over-
gebleven kaarten met de beeldzijde naar boven op tafel leggen.
C. Tegenpartij heeft nog een troef
Wanneer één van de tegenstanders nog een troef heeft, moet de
wedstrijdleider de tegenpartij nog één of meerdere slagen toeken-
nen indien voldaan wordt aan elk van de volgende drie voorwaar-
den:
1. de eiser maakte geen melding van die troef; en
2. het is aannemelijk dat de eiser op het moment van zijn claim
vergeten was dat de tegenpartij nog een troef had; en
3. bij een normale
1
speelwijze zou met die troef een slag gemaakt
kunnen worden.
D. Overwegingen van de wedstrijdleider
1. Indien de eiser een succesvolle speelwijze voorstelt die niet was
opgenomen in zijn oorspronkelijke toelichting, mag de wedstrijd-
leider die niet accepteren als er een alternatieve normale
1
speel-
wijze is die minder succesvol zou zijn.
2. De wedstrijdleider accepteert geen enkel deel van het opeisen
van een tegenspeler dat afhangt van de keuze van zijn partner
1
Voor het gebruik van de artikelen 70 en 71 geldt dat “normaal” omvat: een
speelwijze die zorgeloos of minder goed zou zijn, rekening houdend met
het niveau van de betrokken speler.