Operation Manual

68
3. Als de wedstrijdleider van oordeel is dat de niet-overtredende
partij is benadeeld door informatie uit het zien van de strafkaart,
moet hij een arbitrale score toekennen.
ARTIKEL 51
Twee of meer strafkaarten
A. Beurt van overtreder om te spelen
Als een tegenspeler aan de beurt is om te spelen en die tegenspe-
ler heeft twee of meer strafkaarten die reglementair gespeeld kun-
nen worden, bepaalt de leider welke strafkaart in die beurt moet
worden gespeeld.
B. Beurt van partner van overtreder om voor te spelen
1. (a) Wanneer een tegenspeler twee of meer strafkaarten heeft in
dezelfde kleur en de leider eist
1
van de partner van de over-
treder in die kleur voor te spelen, zijn de kaarten in die kleur
geen strafkaarten meer en worden ze opgenomen; de te-
genspeler mag elke reglementaire kaart bijspelen in die slag.
(b) Wanneer een tegenspeler twee of meer strafkaarten heeft in
dezelfde kleur en de leider verbiedt de partner van de tegen-
speler voor te spelen in die kleur, zijn de kaarten in die kleur
geen strafkaarten meer en worden ze opgenomen; de te-
genspeler mag elke reglementaire kaart bijspelen in die slag.
Het verbod blijft van kracht zolang die speler aan slag blijft.
2. (a) Wanneer een tegenspeler strafkaarten heeft in meer dan
één kleur (zie artikel 50D2a) en zijn partner moet voorspe-
len, mag de leider van de partner van de tegenspeler eisen
1
in één van de kleuren voor te spelen waarin de tegenspeler
een strafkaart heeft (maar B1a hierboven is dan van toepas-
sing).
(b) Wanneer een tegenspeler strafkaarten heeft in meer dan
één kleur en zijn partner moet voorspelen, mag de leider de
partner van de tegenspeler verbieden
1
in één of meer van
die kleuren voor te spelen; de tegenspeler neemt dan alle
strafkaarten in elke verboden kleur op en mag elke regle-
mentaire kaart bijspelen in die slag. Het verbod blijft van
kracht zolang die speler aan slag blijft.
1
Zie artikel 59 als de speler niet kan voorspelen zoals voorgeschreven.