Operation Manual

66
50), tenzij het gaat om een normaal verloop van het spelen of een
toepassing van de spelregels (zie bijvoorbeeld artikel 47E); maar
zie de voetnoot bij artikel 68, als een tegenspeler een opmerking
heeft gemaakt over een onvoltooide, nog lopende slag, en zie arti-
kel 68B2 als de partner bezwaar maakt tegen het afstaan van sla-
gen door een tegenspeler.
ARTIKEL 50
Behandeling van een strafkaart
Een voortijdig door een tegenspeler getoonde maar niet voorge-
speelde (zie artikel 57) kaart is een strafkaart, tenzij de wedstrijd-
leider anders beslist (zie artikel 49. Artikel 23 kan van toepassing
zijn).
A. Strafkaart blijft openliggen
Een strafkaart moet met de beeldzijde naar boven, vlak voor de
bezitter, op tafel blijven liggen tot een rechtzetting is gekozen.
B. Grote of kleine strafkaart
Eén kaart, lager dan een honneur en onopzettelijk getoond (zoals
bij het spelen van twee kaarten in een slag of bij het per ongeluk
laten vallen van een kaart), wordt een kleine strafkaart. Elke hon-
neur en elke kaart die getoond is door een doelbewust spelen (bij-
voorbeeld bij uitkomen uit de verkeerde hand of bij verzaken en
daarna herstellen), wordt een grote strafkaart; als een tegenspeler
twee of meer strafkaarten heeft, worden alle zodanige kaarten
grote strafkaarten.
C. Behandeling van kleine strafkaart
Wanneer een tegenspeler een kleine strafkaart heeft, mag hij geen
andere kaart van dezelfde kleur lager dan een honneur spelen,
voordat hij de strafkaart heeft gespeeld. Hij heeft wel het recht om
in plaats daarvan een honneur te spelen. De partner van de over-
treder is niet onderworpen aan voorspeelbeperkingen maar infor-
matie verkregen door het zien van de strafkaart is ongeoorloofde
informatie (zie E hieronder).
D. Behandeling van grote strafkaart
Wanneer een tegenspeler een grote strafkaart heeft, kunnen zowel
de overtreder als zijn partner onderworpen zijn aan beperkingen:
de overtreder wanneer het zijn beurt is om te spelen, zijn partner
telkens als het zijn beurt is om voor te spelen.