Operation Manual

62
5. Een grote of kleine strafkaart kan verplicht gespeeld moeten
worden (zie artikel 50).
D. Ten onrechte door de blinde gespeelde kaart
Als de blinde een kaart als gespeeld hanteert zonder dat ze door
de leider is genoemd, moet deze kaart worden teruggenomen als
de aandacht erop wordt gevestigd voordat een speler van beide
partijen in de volgende slag heeft gespeeld. Een tegenspeler mag
een kaart terugnemen die gespeeld is na de vergissing maar voor-
dat de aandacht daarop werd gevestigd; als de RT van de leider
een andere kaart speelt, mag ook de leider een kaart terugnemen
die hij daarop in die slag had bijgespeeld (zie artikel 16D).
E. Vijfde kaart in een slag
1. Een door een tegenspeler bijgespeelde vijfde kaart in een slag
wordt een strafkaart, te behandelen volgens artikel 50, tenzij de
wedstrijdleider oordeelt dat het een voorspelen betrof, in welk
geval artikel 53 of 56 van toepassing is.
2. Als de leider een vijfde kaart in een slag uit zijn hand of uit de
blinde bijspeelt, wordt deze opnieuw aan de hand toegevoegd
zonder verdere rechtzetting, tenzij de wedstrijdleider oordeelt
dat het een voorspelen betrof, in welk geval artikel 55 van toe-
passing is.
F. De blinde duidt een kaart aan
Nadat de blinde zijn hand heeft opengelegd, mag hij zonder op-
dracht van de leider geen kaarten meer aanduiden of aanraken
(behalve om ze te rangschikken). Doet hij dit toch, dan behoort de
wedstrijdleider direct te worden ontboden en op de hoogte ge-
bracht van de feiten. Het spel gaat verder. Op het einde van het
spel dient de wedstrijdleider een arbitrale score te geven als hij van
oordeel is dat de blinde een bepaalde speelwijze aan de leider
suggereerde en de tegenspelers door de gesuggereerde speel-
wijze zijn benadeeld.
G. Slag dichtleggen
Een speler behoort zijn kaart niet dicht te leggen voordat alle vier
de spelers in de slag hebben gespeeld.