Operation Manual
44
ARTIKEL 24
Getoonde of voorgespeelde kaart
voor het begin van de speelperiode
Als de wedstrijdleider vaststelt dat tijdens de biedperiode, als ge-
volg van een fout van de speler zelf, de beeldzijde van één of meer
kaarten van diens hand gezien kon worden door zijn partner, moet
de wedstrijdleider voorschrijven dat elke zodanige kaart tot het
einde van de biedperiode met de beeldzijde naar boven op tafel
blijft liggen. Informatie die voortkomt uit zulke openliggende kaar-
ten, is geoorloofd voor de niet-overtredende partij maar ongeoor-
loofd voor de overtredende partij. Als de overtreder leider of blinde
wordt, wordt elke zodanige kaart opnieuw toegevoegd aan de
hand. Als de overtreder tegenspeler wordt, wordt elke zodanige
kaart een strafkaart. In dat geval:
A. Lage kaart niet voortijdig voorgespeeld
Als het één kaart betreft, lager dan een honneur, en niet voortijdig
voorgespeeld, is er geen verdere rechtzetting.
B. Eén honneur of een voortijdig voorgespeelde kaart
Als het één honneur betreft of als het een willekeurige kaart betreft die
voortijdig is voorgespeeld, moet de partner van de overtreder passen
wanneer het de eerstvolgende maal zijn beurt is om te bieden (zie
artikel 23 ingeval een pas de niet-overtredende partij benadeelt).
C. Twee of meer kaarten worden getoond
Als twee of meer kaarten zoals in dit artikel beschreven, zijn ge-
toond, moet de partner van de overtreder passen wanneer het de
eerstvolgende maal zijn beurt is om te bieden (zie artikel 23 inge-
val een pas de niet-overtredende partij benadeelt).
ARTIKEL 25
Het wijzigen van biedingen, al dan niet reglementair
A. Niet bedoelde bieding
1. Tot zijn partner een bieding doet, mag een speler een niet bedoel-
de bieding vervangen door zijn voorgenomen bieding
1
maar alléén
als hij dit doet of tracht te doen zonder denkpauze. De tweede
(voorgenomen) bieding wordt gehandhaafd en indien zij niet regle-
mentair is, is zij onderworpen aan het toepasselijke artikel.
1
Een speler mag een niet bedoelde bieding wijzigen zolang aan de voor-
waarden van artikel 25A is voldaan, ongeacht de manier waarop hij zich
van zijn fout bewust wordt.










