Operation Manual
21
HOOFDSTUK II
Inleidende bepalingen
ARTIKEL 1
Het spel kaarten, de rangorde van kaarten en kleuren
Wedstrijdbridge wordt gespeeld met een spel van 52 kaarten, met
dertien kaarten van elk van de vier kleuren. De kleuren zijn in afda-
lende rangorde: schoppen (♠), harten (♥), ruiten (♦), klaveren (♣).
De kaarten van elke kleur zijn in afdalende rangorde: aas, heer,
vrouw, boer, 10, 9, 8, 7, 6, 5, 4, 3, 2.
ARTIKEL 2
De wedstrijdborden
Een wedstrijdbord is ter beschikking voor elk spel dat gedurende
een zitting moet worden gespeeld. Ieder bord is genummerd en
bevat vier vakken voor het opbergen van de vier handen, aange-
duid met noord, oost, zuid en west. De gever en de kwetsbaarheid
zijn als volgt vastgesteld:
Noord gever Borden 1 5 9 13
Oost gever Borden 2 6 10 14
Zuid gever Borden 3 7 11 15
West gever Borden 4 8 12 16
Niemand kwetsbaar Borden 1 8 11 14
Noord-zuid kwetsbaar Borden 2 5 12 15
Oost-west kwetsbaar Borden 3 6 9 16
Allen kwetsbaar Borden 4 7 10 13
Dezelfde volgorde geldt voor de borden 17-32 en voor elke vol-
gende groep van zestien borden. Een bord dat niet aan deze
voorwaarden voldoet, behoort niet te worden gebruikt. Wordt een
dergelijk bord tóch gebruikt, dan gelden de aanduidingen op dit
bord voor de betreffende zitting.
ARTIKEL 3
Schikking van de tafels
Aan elke tafel spelen vier spelers. De tafels worden genummerd
volgens een door de wedstrijdleider vastgestelde volgorde. Hij wijst
de noordrichting aan; de andere windrichtingen volgen op de nor-
male wijze uit de plaats van noord.










