Operation Manual

11
q
w
e
r
t
y
5
4
3
5
4
3
5
4
3
q
e
w
z
x
c
Regelen van de draadspanning
z Juiste spanning
De draadspanningen moeten op elkaar ingesteld
zijn. Als de spanning aangepast moet worden,
kan het beste de bovenspanning gewijzigd
worden.
Bij de juiste draadspanning bij de rechte steek is
de boven- en onderspanning verknoopt midden
tussen de stoflagen, zoals op het plaatje.
Bij het naaien van zigzagsteken, moet de
bovenspanning wat losser dan bij het naaien
van rechte steken. Het resultaat is mooier als de
bovendraad iets te zien is aan de onderkant.
q Naalddraad (bovendraad)
w Spoeldraad (onderdraad)
e Goede kant van de stof (bovenkant)
r Verkeerde kant van de stof (onderkant)
t Spanningsknop
y Spanningsmarkering
x Onderdraad is te zien boven de stof
Naaldspanning is te hoog.
Draai de bovenspanning naar een lager getal
c Bovendraad is te zien onder de stof
Naaldspanning is te laag.
Draai de bovenspanning naar een hoger getal
• Afstellenvandespoelspanning
Soms moet u de spanning van de spoel aanpassen.
Draai de schroef q in de richting w als de spanning
te strak is.
Draai de schroef q in de richting e als de spanning
te strak is.
q Stelschroef
w Verlagen van spanning
e Verhogen van spanning