HANDLEIDING Alfa Next 20
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Deze naaimachine is uitsluitend bedoeld voor HUISHOUDELIJK gebruik. De machine is geen speelgoed. Laat kinderen niet met de machine spelen. De machine is niet bedoeld voor gebruik door kinderen of mensen met een geestelijke beperking zonder supervisie. Wanneer u elektrische apparaten gebruikt, moet u altijd de volgende algemene veiligheidsmaatregelen in acht nemen. Lees alle instructies voordat u de machine gebruikt. GEVAAR – voorkom een elektrische schok: 1. 2.
INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk 1. Belangrijke onderdelen Namen van onderdelen.......................................................................................................................... 2 Aanschuiftafel/accessoirebox................................................................................................................ 3 Standaard accessoires.......................................................................................................................... 3 Handgreep...................
t y i Hoofdstuk 1.
Aanschuiftafel/accessoirebox • Verwijderen van de tafel Verwijder de tafel door deze naar links te schuiven. Hierdoor krijgt u de vrije arm voor het naaien van mouwen en broekspijpen. Open dan de achterkant. Sommige accessoires zitten in de opbergruimte. • Plaatsen van de tafel Schuif de accessoirebox weer terug op zijn plaats.
Hoofdstuk 2. Starten met naaien Aansluiten van de machine r t LET OP: Zorg ervoor dat u, voor het aansluiten van het netsnoer, het juiste voltage (watt) hebt. Zoals aangeg.even op uw machine. q e z Zet de machine uit met de knop q. x Steek de stekker w in het stekkerhuis van de machine e. c Steek de stekker r in het stopcontact t. v Zet de machine aan met de knop q en het licht gaat aan.
Plaatsen van garenpen Op de garenpennen kunnen de garenklossen geplaatst worden om de draden in te rijgen. Trek de pennen rustig omhoog. Na het naaien, drukt u ze rustig naar beneden. q Bovendraad w Gat e Verknoping q Let op: Als de draad zich verknoopt onder de klos, om de garenpen e, rijg dan de draad door het gat w zoals aangegeven. w q e Persvoethendel De persvoethendel zet de persvoet omhoog en omlaag.
Naald verwisselen Let op: Voorkomen van ongelukken. Zet de machine uit d.m.v. de schakelaar voor u de persvoet wisselt. Draai met het handwiel naar u toe de naald in de hoogste stand. Zet de persvoethendel naar beneden. z Draai de naaldschroef los. Verwijder de naald uit de klem. x Breng een nieuwe naald met de platte kant naar achter zo hoog mogelijk in de klem. Draai de naaldschroef stevig vast met bijgeleverde schroevendraaier.
Spoel winden • Verwijderen van het spoelhuis Haal de aanschuiftafel van de machine door deze naar links te trekken. Open de klep q naar beneden m.b.v. de inkeping. Zet de naald in de hoogste positie door het handwiel naar u toe te draaien. q Afdekking spoelhuis/grijper w Spoelhuis Om het spoelhuis w weg te halen, pak het lipje vast. Trek het spoelhuis recht uit de grijper. q 2 • Spoel opwinden z Zet de persvoethendel omhoog. Zet een klos garen op de garenklospen.
Spoel winden (vervolg) b b Druk nu de as naar links en neem de volle spoel weg van de as en knip de draad door. z Spoel inleggen z Leg het spoeltje in het spoelhuis met de draad met de klok mee. x x Trek de draad door opening c c Trek de draad naar links door de binnenkant van veer q tot deze in opening zit. Trek de draad ongeveer 10 cm. door.
c Inrijgen van de machine z Inrijgen van de machine * Zet de persvoet omhoog. * Draai het handwiel naar u toe tot de naald in de hoogste stand staat. * Zet een garenklos op de garenpen, zoals getoond. x v b n z z Trek het garen door de bovenste geleider. x x Terwijl u de draad bij de klos vasthoudt, trekt u het garen door de spanningsplaatjes. c c Trek de draad stevig, van rechts naar links, door de draadhefboom en goed in het oog ervan.
De onderdraad omhoog halen z z Zet de pershendel omhoog. Houdt de naalddraad losjes tussen de vingers. x x Draai het handwiel een volle slag naar u toe, tot de naald weer in de hoogste stand staat. Trek zachtjes aan de bovendraad tot de onderdraad omhoog komt door de naaldplaat. c c Leg nu beide draden onder de voet naar achter. Houdt ongeveer 15 cm. garen over.
Regelen van de draadspanning z z Juiste spanning De draadspanningen moeten op elkaar ingesteld zijn. Als de spanning aangepast moet worden, kan het beste de bovenspanning gewijzigd worden. Bij de juiste draadspanning bij de rechte steek is de boven- en onderspanning verknoopt midden tussen de stoflagen, zoals op het plaatje. Bij het naaien van zigzagsteken, moet de bovenspanning wat losser dan bij het naaien van rechte steken.
Steekkeuze knop q Bij het kiezen van een andere steek altijd de naald uit de stof en in de hoogste stand zetten. Verdraai de knop tot de gewenste steek bij de markering staat. q Markering w Steekkeuze knop w Let op: Voorkomen van problemen en beschadigingen. Zet de naald omhoog en uit de stof als u een steek kiest. Overzicht steekkeuze Druk op de markering “ ” om het overzicht te openen.
q w Hoofdstuk 3. Naaien basis e Rechte steek 5 q Steek w Persvoet e Draadspanning 4 1 tot 4 zigzag voet 2 tot 6 3 • Beginnen met naaien Zet de persvoet omhoog en leg de stof op de naaldplaat langs een geleidingslijn. (1,6 cm wordt het meest gebruikt.) Zet de naald omlaag op het punt waar u wilt beginnen. Zet de persvoet omlaag en trek de draden naar achter. Druk het voetpedaal in. Stuur de stof rustig langs de geleidingslijn en laat de machine de stof transporteren.
q Zoomgeleiding De nummers op de steekplaat geven de afstand aan tussen de middelste naaldpositie q en de geleidingslijn w. De nummers achteraan zijn 3 mm uit elkaar gegraveerd. De nummers vooraan zijn 5 mm uit elkaar gegraveerd. q Middelste naaldpositie w Geleidingslijnen e Nummers w e Draaien van hoeken Om een hoek te draaien (1,6 cm) van de stofrand. Stop de machine en draai het handwiel naar u toe om de naald in de stof te laten stoppen.
q w Tricot steek e q Steek w Persvoet e Draadspanning 5 4 8 Zigzagvoet 1 tot 4 3 Deze steek wordt gebruikt om zomen af te werken in synthetische en andere stoffen die vaak rimpelt. Leg de stof met 1,6 cm zoom onder de voet. Knip de overtollige stof weg na het naaien. Pas op dat u niet in de steken knipt.
q w Knoopsgaten e 4 4 q Steek 1 2 3 2 (knoopsgat) w Persvoet Knoopsgatvoet e Draadspanning 1 tot 5 5 4 3 z Markeer de lengte van het knoopsgat op de stof. Leg de stof onder de persvoet en laat de naald de stof raken aan het begin van het getekende knoopsgat. x Zorg dat de voet (A) volledig naar voren is geschoven, zodat markering (C) gelijk staat met pijl (B). z x (A) Let op: De schaalverdeling op de voet is in centimeters. (C) (B) 4 3 c Zet de steekkeuze op “ 1 ”.
q w Knoopsgaten met vulkoord e 4 4 q Steek 1 2 3 2 (knoopsgat) w Persvoet Knoopsgatvoet e Draadspanning 1 tot 5 5 4 3 z Zet de persvoet omhoog. Haak een koord om het einde van de voet. q Haakje x Trek het koord naar voren onder de voet. c Knoop het koord over het haakje voor vast. v Maak knoopsgat zoals vermeld. b De steken vallen over het koord en geven een gevuld effect. q n Haal het koord los en neem de stof onder de machine weg. m Trek het koord in het genaaide knoopsgat strak.
Ritsen inzetten q w e q Steek w Persvoet e Draadspanning 5 1 tot 3 Ritsvoet 3 tot 6 4 3 Zet de rits vast met spelden of een rijgdraad. Voor het naaien van de rechterzijde van de rits bevestigt u de voet met de linkerzijde aan de houder. De naald gaat nu langs de linkerzijde van de rits. Voor het naaien van de linkerzijde de voet rechts aan de houder bevestigen.
q w Vrije hand stopwerk en borduren e q w e r Steek Persvoet Draadspanning Transport afdekplaat 1 tot 7 Geen 2 tot 6 r • Vrije hand stopwerk Plaats de afdekplaat op het transport. Verwijder de voethouder en de persvoet. Plaats de stof met het gat in een borduurring, zoals afgebeeld. Laat de persvoethendel zakken en naai langzaam. Beweeg de stof van voor naar achter tot het te stoppen gedeelte is bedekt. Draai de stof 90˚ en naai een nieuwe laag steken over de eerste heen.
q w w [A] q Blindzomen e q Steek w Persvoet e Draadspanning z Vouw de zoom en terug met een toeslag van 0,4 tot 0,7 cm, zoals afgebeeld. q Verkeerde kant van de stof w 0,4 tot 0,7 cm [A] Bij dunne stof: Vouw zoom onder de stof [B] Bij dikkere, rafelige stoffen: werk de stofrand eerst af. w [B] 9 of 10 Blindzoomvoet 2 tot 4 q x Leg de stof onder de machine. De naald moet net de vouw in de stof pakt, als deze naar uiterst rechts beweegt. Laat de voet zakken.
q w Hoofdstuk 4. Decoratieve steken e Schulpsteek q Steek w Persvoet e Draadspanning Gebruik een lichtgewicht stof, bijvoorbeeld tricot. Vouw de stof en stik over de rand q Voor een optimaal effect kan het aanpassen van de bovendraad kan nodig zijn. Zorg dat de naald net over de rand heen valt. Neem een afstand van minimaal 1,5 cm tussen het naaien van meerdere rijen naast elkaar. In alle stoffen kunt u de schulpsteken in alle richtingen naaien.
q w Decoratief steekpatroon e q Steek w Persvoet e Draadspanning 5 4 12 Zigzagvoet 1 tot 4 3 Gebruik bij dunne en delicate stoffen een hulpstof die weggetrokken kan worden. Bijvoorbeeld: tear-away borduurvlies.
Hoofdstuk 5. Onderhoud van de machine Let op: Schakel de machine uit en haal de stekker uit het stopcontact, voordat u onderhoud pleegt. w Schoonmaken van spoelhuis en grijper Zet de naald in de hoogste positie en open de grijperafdekking. Pak het lipje van het spoelhuis vast en haal het spoelhuis uit de machine. Open de knopjes van de grijperring en haal deze uit de machine. Haal de grijper uit de machine. q * Verwijder stof met het kwastje en een doekje.
Lamp vervangen Let op: gebruik een lamp van maximaal 15 watt en haal de stekker uit het stopcontact. Om bij de lamp te komen, verwijdert u de voorkap. Haal de schroefafdekking weg en draai de schroef eruit. Haal de kap weg. Verwijderen: draai de lamp met de klok mee. Inzetten: druk de lamp omhoog en draai deze tegen de klok in. Plaats de voorkap terug. Let op: de lamp kan erg heet worden. Bescherm uw vingers bij het verwisselen.
Problemen oplossen Probleem De bovendraad breekt Oorzaak 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. De naalddraad is niet goed ingeregen De bovenspanning staat te strak De naald is bot of krom De naald is niet goed ingezet De naalddraad en de spoeldraad liggen niet goed onder de voet bij het starten met naaien De draden zijn niet naar achteren getrokken na eerder naaien De draad is te zwaar of te licht voor de naald Referentie Blz. 9 Blz. 11 Blz. 6 Blz. 6 Blz. 10, 13 Blz. 13 Blz. 6 De spoeldraad breekt 1.