Operation Manual

13
7.2 Hi-Lo limieten instellen:
1. druk een of meerdere keren kort op toets zodat de gewenste weergave knippert met daarnaast ‘HI
AL of ‘LO AL (voor zover van toepassing)
2. stel met / de limiet in
3. druk kort op toets om de waarde vast te leggen
4. druk nogmaals op toets om naar de volgende weergave te gaan of wacht enkele seconden totdat
het instellen automatisch wordt beëindigd
7.3 Hi-Lo Alarmfunctie instellen:
1. druk een of meerdere keren kort op toets zodat de gewenste weergave knippert met daarnaast ‘HI
AL of ‘LO AL (voor zover van toepassing)
2. druk kort op toets om dit alarm in- of uit te schakelen
7.4 Werking:
Zodra de ingestelde limiet overschreden wordt, klinkt voor maximaal 2 minuten een attentie alarm. Te-
vens knippert de betreffende weergave en knippert het attentielampje onder het display elke 7 seconden.
Het attentie alarm kunt u stoppen door kort op toets te drukken. Het knipperen stopt automatisch
zodra de betreffende meetwaarde weer binnen de ingestelde limiet valt (of zodra u de limiet wijzigt of de
alarmfunctie voor deze meting uitschakelt).
8. RELATIEVE LUCHTDRUK
8.1 Introductie:
Indien u aanzienlijk hoger woont dan op zeenivo, dan heeft u te maken met een lagere luchtdruk. Om de
weersvoorspelling toch correct uit te laten voeren, moet u de luchtdruk corrigeren voor deze hoogte.
8.2 Instellen relatieve luchtdruk:
1. raadpleeg internet of uw lokale overheid voor informatie tot de luchtdruk zoals die bij u heerst
2. houd toets ingedrukt totdat na ongeveer 2 seconden ‘absolute’ of ‘relative’ gaat knipperen
3. gebruik / zodat ‘relative’ knippert
4. druk kort op , de luchtdruk weergave gaat knipperen
5. gebruik / om de weergave te corrigeren en gelijk te laten lopen met de informatie die u van internet
of van uw lokale overheid ontvangen heeft
6. druk kort op om de luchtdruk op te slaan
9. Problemen en oplossingen
Problemen Oplossingen
Geen of rare meetwaarden van de regensensor
Controleer het afvoer gaatje in de regenmeter. Moet open zijn.
Controleer of de regenmeter goed waterpas staat.
Geen of rare meetwaarden van de thermometeer en luchtvoch-
tigheid.
Controleer of de luchtsleufjes open zijn.
Controleer de sensor behuizing.
Geen of rare meetwaarden van windsnelheid en windrichting
Controleer de windvaan.
Controleer de windcupjes van de windsnelheidsmeter.
en
---
(ontvangst signaal gedurende 1 minuut verloren)
Verplaats de binnenunit dichter bij de buitenunit.
Controleer of de binnenunit niet is geplaatst in de buurt van
andere electronische apparaten die interferntie kunnen veroor-
zaken door draadloze communicatie. (TV’s, PC’s, Magnetron)
Als de problemen blijven bestaan, reset dan zowel de binnen-
als de buitenunit.
en
Er
(ontvangst signaal gedurende 1 uur verloren)