Operation Manual
6
• toets
+
voor omhoog en toets
MIN / MAX
voor omlaag
• toets op de knop “snooze/light” om de programma modes te
verlaten of wacht 10 seconden.
Temperatuur notatie:
De temperatuur kan worden ingesteld op ºCelsius (ºC) of
ºFahrenheit (ºF).
• Toets 3 sec.
SET
totdat 0 in het TIME venster gaan
knipperen
• toets 7x
SET
om de temp notatie te kunnen instellen.
• toets
+
om te wisselen tussen ºC of ºF.
• toets op de knop “snooze/light” om de programma modes te
verlaten of wacht 10 seconden.
Luchtdruk notatie:
De luchtdruk kan worden weergegeven als HectoPascal (hPa) of
inch-kwikdruk (inHG). In de Benelux wordt gebruik gemaakt van
de HectoPascal notatie. Vroeger werd de luchtdruk ook wel in bar
uitgedrukt. 1 mbar is gelijk aan 1 hPa.
• Toets 3 sec.
SET
totdat 0 in het TIME venster
gaan knipperen.
• toets 8x
SET
om de luchtdruk notatie te kunnen instellen.
• toets
+
om te wisselen tussen hPa of inHg.
• toets op de knop “snooze/light” om de programma modes te
verlaten of wacht 10 seconden.
Relatieve luchtdruk:
Afhankelijk van het hoogteniveau (in vergelijking met het
zeeniveau) is de luchtdruk anders.
De absolute luchtdruk geeft de luchtdruk aan die aanwezig
is onafhankelijk van deze hoogte (neem deze waarde als
referentie). Voor het voorspellen van het weer is het noodzakelijk
om de juiste luchtdruk te meten. Ook als men zich bv. 100
meter boven de zeespiegel bevindt. Dit noemt men de relatieve
luchtdruk. Per 8 meter neemt de luchtdruk met 1 hPa af. Op blz.
8 staat beschreven hoe te wisselen tussen absolute en relatieve
luchtdruk. Als u zich niet in de bergen bevindt hoeft u de relatieve
luchtdruk niet aan te passen. Aanpassen van de luchtdruknotatie
• Toets 2 sec.
SET
totdat 0 in het TIME venster
gaan knipperen.
• toets 9 x
SET
om de relatieve luchtdruk te kunnen instellen.
• toets
+
of
MIN / MAX
om de waarde te wijzigen
• toets op de knop “snooze/light” om de programma modes te
verlaten of wacht 10 seconden.










