Operation Manual
10
Beeld.
Beeld: Hier kunnen de volgende 3 items worden ingesteld:
Kwaliteit, Weergave stand en Omgeving.
Kwaliteit: Hierbij wordt de videocompressie en resolutie ingesteld. Er kan 
gekozen worden uit de volgende waarden: Maximaal, Normaal, en Minimaal.
De standen Hoog en laag hebben geen functie. 
Het beste beeld wordt bereikt met de stand “Maximaal”. Het minste beeld 
wordt weergegeven in de stand “Minimaal”. Bij het beste beeld neemt 
de bandbreedte toe, hier is dus een snelle verbinding voor nodig. Bij het 
minste beeld is de bandbreedte lager en zal een lagere snelheid van het 
netwerk voldoende zijn. Bij gebruik van een te trage verbinding icm te hoge 
bandbreedte kan het beeld schokken en wordt het beeld enigszins met een 
vertraging weergegeven. Stel dan een lagere kwaliteit in.
Weergave stand: Hier kan de beeldweergavestand worden aangepast.
Er kan gekozen worden uit de volgende instellingen: Normaal, Ondersteboven, 
Gespiegeld, Ondersteboven & Gespiegeld. 
Normaal: Geeft een normaal beeld.
Ondersteboven: Het beeld wordt 180° gedraaid. Als de camera bv. op zijn kop 
staat.
Gespiegeld: Het beeld wordt gespiegeld weergegeven.
Ondersteboven & Gespiegeld: Het beeld wordt gespiegeld en 180° gedraaid 
weergegeven.
Omgeving: Beeldinstelling afhankelijk van de lichtsterkte in de omgeving. Er is 
keuze uit de stand Binnen(50Hz), Binnen(60Hz), Buiten en Nacht
Gebruik Binnen(50Hz) bij hoge omgevingslicht en Nacht bij weinig of geen licht.
Wachtwoord










