Operation Manual

ACD : Agent-toestel
27
8
Other
8.1
Agent-toestel
Via de call center oplossing kunnen de telefonische oproepen naar de agenten optimaal worden gedistribueerd al naargelang hun
beschikbaarheden en capaciteiten.
8.2
Een agent-sessie openen (login)
Startscherm van de ACD-toepassing
8.3
De vier standen van het agent-toestel
De beschikbaarheid van een agent wordt gekoppeld aan een bepaalde stand (4 mogelijkheden), die hij op elk moment kan wijzigen.
Deze standen zijn:
In dienst: de agent kan oproepen ontvangen.
•Vertrokken, de agent bevindt zich niet meer op de ACD-toepassing.
Aanvullend werk: de agent ontvangt geen oproepen meer totdat hij een aan een oproep verbonden taak heeft uitgevoerd.
Tijdelijk afwezig: de agent houdt een pauze en ontvangt dus tijdelijk geen oproepen.
de code van de
'login' functie
invoeren
de agent selecteren
en valideren
overeenkomstig de
instructies op het
scherm uw
wachtwoord invoeren
of valideren
weergave van het
startscherm van de acd-
toepassing
naam van
het agent-
toestel
stand van de
wachtrijen
2
6
5
3
ab c
def
jkl
m
n
o
OK
2
6
5
3
ab c
def
jkl
m
n
o
OK
[01]
[A2]
8.4
De stand van het toestel wijzigen
De codes voor het wijzigen van de standen worden bepaald op het moment dat het systeem wordt geconfigureerd ; gelieve deze
codes bij de systeemadministrateur op te vragen.
Standen Codes
in dienst
vertrokken
de te activeren code
intikken
aanvullend werk
tijdelijk afwezig
er klinkt een melodie : activering
aanvaard : de stand is gewijzigd
er klinkt een alarm van het type 'buzzer' : activering
geweigerd, het toestel is waarschijnlijk niet
aangesloten op het call center, gelieve uw
administrateur te raadplegen