User Manual
469905_a 59
Ingebruikname/buiten gebruik stellen
Statusweergaven op de oplader (10)
De LED (10/1) op de oplader duidt de laadcondi-
tie van de accu en de bedrijfstoestand van de op-
lader aan. De symbolen (10/2) op de oplader ver-
duidelijken deze condities:
Sym-
bool
LED en laadtoestand
LED brandt groen: Accu is volledig
opgeladen.
LED knippert groen: Accu laadt op.
LED brandt rood: Er bevindt zich
geen accu in de oplader.
LED knippert rood: Accu is te warm
en wordt daarom niet opgeladen.
5.2 Laadtoestand van de batterij vaststellen
(11)
Aan de voorzijde van de accu bevindt zich een
bedieningspaneel met een druktoets (11/1) en
laadtoestand-leds (11/2 tot 11/5).
1. Toets (11/1) indrukken. De laadtoestand-leds
branden op basis van de laadtoestand.
2. Lees de laadtoestand af, zie paragraaf
“Laadtoestand-leds op de accu”.
Weergave laadtoestand
Led’s Acculaadtoestand
Groen
(11/2)
Accu is volledig geladen, dus
voor 100%.
Groen
(11/3, 11/4)
Accu is voor meer dan 50% gela-
den.
Groen
(11/4)
Accu is voor minder dan 50% ge-
laden.
Rood (11/5) Accu is volledig ontladen of accu
is oververhit/onderkoeld.
5.3 Accu plaatsen en verwijderen (12)
LET OP!
Beschadigingsgevaar
van de accu
Als de accu na gebruik in
het apparaat blijft zitten
kan dit een beschadiging
van de accu veroorzaken.
■
Trek de accu direct na
gebruik uit het apparaat
en bewaar hem be-
schermd tegen vorst.
■
Plaats de accu pas
weer voor het begin van
de werking.
Accu plaatsen
1. Afdekking (12/1) van de accuschacht open-
klappen.
2. Accu (12/2) langs boven in de accu-uitspa-
ring (12/3) schuiven, tot hij vastklikt.
3. Afdekking van de accuschacht sluiten
Accu uittrekken
1. Ontgrendelingsknop (12/4) op de accu in-
drukken en vasthouden.
2. Accu eruit trekken.