Operation Manual

NL 17 NL 18
EEN PROGRAMMA INGEVEN
1. Druk op de toets PROGRAM/Clock-Display. “PROG” verschijnt 
en de volgende informatie zal op het scherm verschijnen:
2. Selecteer het gewenst track met behulp van de toetsen voor 
voorwaarts of achterwaarts verspringen .
3. Druk op de toets PROGRAM/Clock-Display. De eerste 
programmakeuze is nu in het programmageheugen 
opgeslagen. Op het scherm zal nu het volgende verschijnen:
4. Selecteer de volgende gewenste track met behulp van de 
toetsen voor voorwaarts of achterwaarts verspringen .
5. Druk op de toets PROGRAM/Clock-Display. Geef de overige tracks op dezelfde manier in tot 
het gewenst aantal tracks opgeslagen is (maximum 64 tracks).
GEPROGRAMMEERDE DISCWEERGAVE (ENKEL VOOR MP3)
•  Het is ook mogelijk om tracks te programmeren die u in de door u gekozen volgorde wilt 
weergeven. Het is niet mogelijk om programma’s in te geven tijdens de discweergave. Druk 
eerst op de stoptoets en volg dan de onderstaande instructies.
•  Het is gemakkelijker om de afstandsbediening te gebruiken voor de volgende instellingen, 
hoewel u ook de bedieningstoetsen op de hoofdeenheid kunt gebruiken als u dat wenst.
EEN PROGRAMMA INGEVEN
1. Druk op de toets PROGRAM/Clock-Display. “PROG” verschijnt en de volgende informatie zal 
op het scherm verschijnen. Het “album Nr” zal knipperen.
2. Selecteer het eerste gewenst album met de toetsen voor 
voorwaarts of achterwaarts verspringen .
3. Druk op de toets PROGRAM/CLOCK-Display om de eerste
track te kiezen met behulp van de toetsen voor voorwaarts
of achterwaarts verspringen .
4. Druk op de toets PROGRAM/Clock-Display. De eerste 
programmakeuze is nu in het programmageheugen 
opgeslagen. Op het scherm zal nu het volgende verschijnen:
5. Herhaal stappen 2-3.
6. Druk op de toets PROGRAM/Clock-Display. Geef de overige tracks op dezelfde manier in tot 
het gewenst aantal tracks opgeslagen is (maximum 64 tracks).
16.
OPMERKINGEN:
•  Als de toets PLAY/PAUSE (weergave/pauze) ingedrukt wordt, voordat de toets 
PROGRAM/Clock-Display ingedrukt is om een track op te slaan, zal de track niet
geprogrammeerd worden en zal de disc de weergave starten vanaf de eerst geselecteerde
track.
•  Elke track kan geprogrammeerd worden om meer dan één keer te spelen.
•  Door de toets PROGRAM/Clock-Display herhaaldelijk in te drukken kunt u het programma 
indien nodig controleren.
HET BELUISTEREN VAN GEPROGRAMMEERDE TRACKS
1. Geef alle tracks in die u in het geheugen wilt programmeren volgens de bovenstaande 
procedures.
2. Druk op de WEERGAVE/Pauze-toets . De discweergave zal aan het begin van de eerst
geprogrammeerde track starten. De “PROG”-indicator verschijnt op het scherm.
OM HET PROGRAMMAGEHEUGEN TE WISSEN
•  druk op de toets PROGRAM/Clock-Display om naar de programmeermode te gaan en druk 
vervolgens op de stop-toets .
•  Het programmageheugen zal ook gewist worden als het disccompartiment geopend wordt, 
als de functie veranderd wordt, of als de stroom uitgeschakeld wordt (“OFF”).
MUTE
•  Druk op de MUTE-toets op de afstandsbediening om het geluid uit te schakelen. De MUTE-
indicator zal verschijnen.
•  Druk nogmaals op de MUTE-toets om de klank op het vorig niveau te herstellen.
AANSLUITING STEREO OORTELEFOON
Om privé te luisteren zonder de anderen te storen, een stereo oortelefoon (niet inbegrepen)
aansluiten op de PHONES-aansluiting aan de achterkant van de eenheid. De ingebouwde
luidsprekers worden automatisch uitgeschakeld als een oortelefoon aangesloten wordt. Als u
gebruikt maakt van een stereo oortelefoon, begin dan steeds met de volumeregeling op een
laag niveau en draai het volume geleidelijk hoger tot u het door u gewenste niveau bereikt heeft.
ANTI-SHOCK FUNCTIE (ESP) :
De anti-shock functie bezit een speciaal ingebouwd elekronisch/elektrisch circuit op afspelen
zonder onderbrekingen.
Druk op MODE/FIND toest, "FIND" verschijnt op het display.
Anti-shock functie slaat voortdurend een 10 sec. lang (CD afspelen) wanneer het apparaat een
zodanige shock ontvangt.
Druk op MODE/FIND toest opniew om de anti-shock functie uit te schakelen.