ATS Advanced Gebruikershandleiding Maart 2014 Wijzigingen voorbehouden Copyright Chubb Fire & Security 2014 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm, geluidsband, op elektronische of welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Chubb Fire & Security B.V.
Gebruikershandleiding Inhoudsopgave 1 Algemeen ............................................................................................................................................... 4 1.1. Typografische conventies ...................................................................................................................... 4 1.2. Belangrijke opmerking ........................................................................................................................... 4 1.3.
Inbraaksignaleringssysteem ATS Advanced 5 Algemene toetsreeksen ....................................................................................................................... 26 5.1. Algemene toetsreeksen voor LCD Codebedieningspaneel ................................................................. 26 5.2. Gebruikersinterfaces en lezers ............................................................................................................
Gebruikershandleiding 1 Algemeen In dit document vindt u een productoverzicht en gedetailleerde instructies voor gebruik van uw ATS Advanced inbraakdetectie systeem. Lees deze instructies en alle bijbehorende documentatie volledig door voordat u dit product in gebruik neemt. Opmerking: De installatie van alle materiaal moet altijd volgens de geldende normen door een gekwalificeerd installateur worden verricht. 1.1.
Inbraaksignaleringssysteem ATS Advanced 1.3. LCD codebedieningspaneel LED – Netspanning Groen aan, de netspanning is aanwezig LED – Storing Geel aan, er is een systeem storing Geel knipperen, dit is een algemene waarschuwing (C) LED – Alarm Rood aan, er is een alarm (D) LED – Toegang Blauw knipperen, er wordt een pas of tag gelezen.
Gebruikershandleiding Enter / # Stap uitvoeren, selecteren (2) Omhoog Omhoog door het menu bladeren Waarde verhogen / wijzigen Verwijderen (3) Links Terug naar het vorige menu Cursor naar links verplaatsen (4) Rechts Het geselecteerde menu openen Cursor naar rechts verplaatsen (5) Omlaag Omlaag bladeren door het menu Waarde verlagen / wijzigen Terug (6) Wissen / Clear Verlaten menu Beëindigen opdracht (7) Inschakelen Het systeem of gebied volledig inschakelen (8) Gedeeltelijk In 1 Het
Inbraaksignaleringssysteem ATS Advanced 1.4. Toegang tot het systeem met uw pincode en/of kaart U hebt een Pincode en/of een kaart nodig om het ATS Advanced inbraakdetectie systeem te kunnen gebruiken. Een Pincode is een uniek nummer van 4 tot 10 cijfers. De installateur van het beveiligingssysteem heeft uw gebruikersaccount aangemaakt met een Pincode en/of kaart. Daarnaast zijn opties toegewezen waarmee u bepaalde handelingen kunt uitvoeren, zoals het in- of uitschakelen van het systeem.
Gebruikershandleiding 2 Het systeem in- en uitschakelen 2.1. Wanneer inschakelen Het beveiligingssysteem moet worden ingeschakeld als u de laatste persoon bent die het pand (of uw gebied) verlaat, bijvoorbeeld aan het einde van de dag. Indien na inschakeling de alarmdetectie indringers detecteert, wordt een alarm geactiveerd. 2.2. Wanneer gedeeltelijk inschakelen Voor het geval u zich nog in het pand of in een gebied bevindt, is het mogelijk om slechts een gedeelte van het gebied in te schakelen.
Inbraaksignaleringssysteem ATS Advanced 2.5. De tijdslimiet voor uitschakeling Als het systeem is ingeschakeld, moet u het gebied uitschakelen binnen een vooraf ingestelde tijd (“inlooptijd”) omdat anders het alarm wordt geactiveerd. De hoofdgebruiker van het systeem dient iedereen op de hoogte te stellen van deze tijdslimiet. Normaal hoort u een pieptoon gedurende de tijd die is toegewezen voor uitschakeling. Opmerking: Er kan een verlengde inlooptijd zijn geprogrammeerd.
Gebruikershandleiding 2.8. Verstoorde ingangen U kunt een gebied niet inschakelen als dit een ingang bevat die verstoord is, zoals magneet contacten van een deur of een raam. Voordat u het systeem inschakelt, moet u dus controleren of alle deuren en ramen goed gesloten zijn. Indien een ingang open is terwijl u het systeem probeert in te schakelen, wordt het volgende bericht weergegeven: Alle verstoorde ingangen worden weergegeven: U kunt de gebieden nu niet inschakelen.
Inbraaksignaleringssysteem ATS Advanced 2.9. Actieve storingen U kunt een gebied niet inschakelen indien er systeemstoringen zijn opgetreden. Het overzicht van storingen waarbij het niet is toestaan het systeem in te schakelen wordt bepaald door de installateur. Het is mogelijk om, net als voor verstoorde ingangen, deze waarschuwingen tijdelijk te overbruggen (zie hierboven). 2.10.
Gebruikershandleiding 2.11. Gebieden inschakelen met de LCD Codebedieningspaneel Ga als volgt te werk om gebieden in te schakelen met de LCD Codebedieningspaneel: 1. Geef een toegestane toetsreeks in, zoals aangeduid in “Algemene toetsreeksen” op pagina 26. 2. Kies een gebied indien u daarom wordt gevraagd. Zie: “Weergegeven gebieden tijdens in/uitschakelen” op pagina 12 voor meer informatie. Indien er in bepaalde gebieden overbrugde of geblokkeerde ingangen zijn, worden deze op het scherm weergegeven. 3.
Inbraaksignaleringssysteem ATS Advanced 2.13. Gebieden uitschakelen met de LCD Codebedieningspaneel Ga als volgt te werk om gebieden uit te schakelen met de LCD Codebedieningspaneel: 1. Ga het pand/gebied binnen via de toegewezen inloop-/uitlooproute. U hoort een onderbroken inloopzoemer en het volgende bericht wordt weergegeven: 2. Geef een toegestane toetsreeks in, zoals aangeduid in “Algemene toetsreeksen” op pagina 26. 3. Kies een gebied indien daarom wordt gevraagd.
Gebruikershandleiding 2.15. Gebieden uitschakelen met een GI zonder LCD Ga als volgt te werk om gebieden uit te schakelen met een GI zonder LCD: 1. Ga het pand/gebied binnen via de toegewezen inloop-/uitlooproute. U hoort een onderbroken inloopzoemer. 2. Geef een toegestane toetsreeks in, zoals aangeduid in “Algemene toetsreeksen” op pagina 26. De inloopzoemer stopt en de gebieden zijn uitgeschakeld. De led’s gaan uit. 2.16.
Inbraaksignaleringssysteem ATS Advanced Elk gebied in het overzicht beschikt over een indicator waarmee de status wordt beschreven. De volgende gebied statussen zijn beschikbaar. Indicator [spatie] Gebiedsstatus Gereed voor inschakelen ? Niet gereed voor inschakelen X Uitlooptijd ! Alarm * Inschakelen - Gedeeltelijk In 1 = Gedeeltelijk In 2 + Geselecteerd De volgende opties zijn beschikbaar.
Gebruikershandleiding 3 Wat te doen in een alarmsituatie In een alarmsituatie gaat de led van het gebied waarvoor het alarm is geactiveerd en de alarm-LED op de GI knipperen. Indien de screensaver is geactiveerd, knipperen de led's nadat een gebruikerscode is ingevoerd. Het tijd- en datumbericht wordt niet meer weergegeven. Aan een gebied kunnen meerdere ingangen zijn gekoppeld.
Inbraaksignaleringssysteem ATS Advanced In het eerste scherm wordt het type alarm weergegeven. In het tweede scherm wordt de locatie van het alarm weergegeven. De tweede regel geeft aan of er meer alarmen zijn. 3.4. Een alarm herstellen Als u de sirenes of het flitslicht wilt uitzetten, moet u het desbetreffende gebied uitschakelen. In het geval van een actieve alarmsituatie is de herstelprocedure hetzelfde als voor standaard uitschakelen.
Gebruikershandleiding 3.7. Mogelijke problemen 3.7.1 Er is een storing in een ingang Een ingang met een storing blijft een alarm veroorzaken totdat het systeem wordt overbrugd. De hoofdgebruiker mag eventueel de defecte ingang overbruggen. Zodra de defecte ingang is overbrugd of het probleem is opgelost, wordt het alarm automatisch hersteld. 3.7.
Inbraaksignaleringssysteem ATS Advanced 4 Het menu ATS Advanced Het ATS Advanced inbraakdetectie systeem gebruikt een menustructuur om een overzicht te geven van de verschillende opties en opdrachten. De beschikbaarheid hiervan is afhankelijk van de systeemconfiguratie en de machtigingen in uw gebruikersgroep. Het is daarom onwaarschijnlijk dat u alle menuopties zult zien wanneer u het menu opent, maar alleen de opties die voor u zijn geprogrammeerd wanneer uw Pincode wordt gebruikt.
Gebruikershandleiding 4.3. Menutoegang Controleer voordat u verdergaat of the welkomst- of statusbericht wordt weergegeven op het display. Geef een toegestane toetsreeks in, zoals aangeduid in “Algemene toetsreeksen” op pagina 26. In dit scherm kunt u nu het volgende doen: Optie Selectie wijzigen Actie Druk op Omhoog of Omlaag Open de menuoptie Geef het nummer van de menuoptie op —of— Druk op Enter of Rechts om geselecteerde menu te openen.
Inbraaksignaleringssysteem ATS Advanced Open dit menu om ingangen te overbruggen of de overbrugging op te heffen. Wat er hierna gebeurt, is afhankelijk van of er al dan niet verstoorde ingangen zijn: 1.1.1.1 Alle ingangen in veilige status U kunt ook veilige ingangen overbruggen als u het ingangsnummer ervan weet. 1 Blader met de knoppen Omhoog of Omlaag door de ingangen. 2 Druk op het ingangsnummer of gebruik de Enter-toets om de status van de geselecteerde ingang te wijzigen.
Gebruikershandleiding 4.5. Menu 4 Paneelstatus Deze functie toont alle ingangen in alarm, sabotagealarm, overbrugd of verstoord, en eventuele systeemalarmen. Er zijn menuopties beschikbaar waarmee u deze condities apart kunt weergeven. De optie kan echter worden gebruikt om alle ingangen te controleren die aandacht behoeven. Als u daartoe machtigingen heeft, kunt u de huidige status van de centrale weergeven met behulp van het menu 4 Paneel status. U kunt dan de volgende gegevens weergeven: Optie 4.
Inbraaksignaleringssysteem ATS Advanced 4.6. Menu 5 PIN wijzigen Indien u daartoe machtigingen heeft, kunt u uw eigen Pincode wijzigen met het menu PIN wijzigen. Pincodes moeten handmatig worden ingevoerd. Wanneer u geautoriseerd bent, kunt u een unieke Pincode invoeren, welke u wilt gebruiken. Druk op Enter om een Pincode in te voeren of te wijzigen. Om de Pincode te bevestigen, druk nogmaals op Enter. Pincodes moeten uniek zijn. Een Pincode kan niet meer dan aan één gebruiker toegekend worden.
Gebruikershandleiding 4.7. Menu 6 SMS en spraak Het menu SMS en Spraak bevat configuratiemenu’s voor SMS en spraakrapportering. In dit menu kunnen alleen eigen instellingen gewijzigd worden. 4.7.1 Menu 6.1 Gebr. Telefoon In het menu Gebr. Telefoon kan het eigen telefoonnummer worden geprogrammeerd. 4.7.2 Menu 6.2 SMS rapportage In het SMS rapportage menu, kan de SMS rapportage aan of uit gezet worden.
Inbraaksignaleringssysteem ATS Advanced 4.8. Menu 8 Service Met het menu Service kunt u een aantal onderhoudstaken uitvoeren, die hieronder worden beschreven. 4.8.1 Menu 8.2 Looptest Met een looptest kan de gebruiker alle detectoren in de geselecteerde gebieden testen. U voert als volgt de looptest uit: 1. Open het menu. Op het scherm worden alle te testen ingangen weergegeven. 2.
Gebruikershandleiding 5 Algemene toetsreeksen Zie: “Het systeem in- en uitschakelen” op pagina 6. De autorisatiemethode is afhankelijk van uw systeeminstellingen. Uw installateur kan u vertellen welke methode moet worden gebruikt voor autorisatie. 5.1.
Inbraaksignaleringssysteem ATS Advanced Functietoetsen Tabel 8: Functietoetsen Actie [1] Toets [1] A B C F1 (F + 1) F2 (F + 2) F3 (F + 3) F4 (F + 4) [1] Functionaliteit en beschikbaarheid moeten worden gedefinieerd door de hoofdgebruiker.
Gebruikershandleiding 5.2.
Inbraaksignaleringssysteem ATS Advanced (18) Enter, # Stap uitvoeren Voer de geselecteerde menuoptie in (19) 0 Toets 0 Schakeloptie (20) Gebieden-LED's 1 t/m 16 Aan: gebied ingeschakeld Uit: gebied uitgeschakeld Knipperend: alarmtoestand gebied (21) Gedeelt. in 1 Gedeeltelijk inschakelen 1 van gebieden (22) Gedeelt.