Operation Manual

8
Storingen die u zelf niet kunt oplossen
Neem contact op met uw installateur bij de volgende
storingen:
Het lukt u niet om de storingen F5, A1 of A4 op te
lossen (zie hierboven).
Bij alle andere foutcodes.
Als u geen warm water of cv-verwarming heeft.
Voor- of achterin de handleiding kunt u het telefoon-
nummer van uw installateur noteren.
Als er met de levering van warmte problemen zijn, kunt u
op het display achter de grijze klep kijken naar de weerge-
geven informatie. Bij storing knippert een foutcode.
Indicaties op het display bij storingen
t/m
t/m
t/m
Geen oplichtend display.
Mogelijke oorzaken + oplossing:
De stekker zit niet in het stopcontact.
Er staat geen spanning op het stopcontact.
Dit is te controleren door een ander apparaat,
bijv. een looplamp, hierop aan te sluiten.
Foutcode 5.
Mogelijke oorzaak + oplossing:
De waterdruk van de cv-installatie is te laag.
Vul de installatie bij. Zie blz. 11.
Resetten is niet nodig; Na het vullen komt het
toestel automatisch in bedrijf.
Alarmcode 1.
Mogelijke oorzaak + oplossing:
De gaskraan staat dicht. Controleer dit.
Druk op om het toestel weer op te starten.
De condensafvoer zit verstopt.
Zie blz. 10. Druk op .
Alarmcode 4.
Mogelijke oorzaak + oplossing:
Controleer of de condensafvoer niet verstopt zit.
Zie blz. 10. Druk op .
Geen cv-verwarming, wel tapwaterverwarming
Het toestel moet in de winterstand staan. Zie blz. 7.
Borrelend geluid in het toestel
Als u tijdens het warm watergebruik een borrelend geluid
hoort, kunt u het toestel ontluchten. Zie blz.11.
Traag op temperatuur komende cv-installatie
Controleer in dit geval het volgende:
Is de maximum cv-temperatuur hoog genoeg
ingesteld? Zie menu-optie 1 op blz. 7.
Indien een weersafhankelijke regeling is toegepast, is
de goede stooklijn ingesteld? Stel eventueel een
hogere stooklijn in. Voor de meeste cv-installaties is 9
een goede instelling.
Zie menu-optie 9 op blz 8.
Storingen die u mogelijk zelf kunt oplossen
Linker display: soort storing
Rechter display: storingsnummer
Vergrendelend
(reset noodzakelijk)
Blokkerend
en
Instelling van de kamerthermostaat
Als u naast de thermostatische radiatorkranen een
kamerthermostaat heeft, kunt u deze gebruiken om de cv-
installatie ‘s nachts uit te schakelen of een nachtverlaging
toe te passen. Er zijn twee mogelijkheden:
1. De WA-regeling van de AGPO Modulation kamer-
thermostaat is geactiveerd (in dit geval is menu-optie
9 van de regeling op 0 ingesteld). Stel een gewenste
kamertemperatuur van ongeveer 20
o
C.
2. De WA-regeling van de ECONPACT is geactiveerd.
Stel in dit geval overdag de kamerthermostaat een
paar graden hoger in dan de instelling van de
thermostatische radiatorkranen en ‘s nachts, of bij
afwezigheid, een aantal graden lager.
Uitleg van de AGPO Modulation klokthermostaat
Zie blz. 30 voor uitleg over de stooklijnen.
Buitentemperatuur in
o
C
cv-aanvoertemperatuur in
o
C
Figuur 2.2 De stooklijnen (1 -10) van de WA-regeling van het toestel
Als een nummer van 1 tot 10 is ingesteld, is
de WA-regeling ingeschakeld. De waarde van
het nummer bepaald de stooklijn.
De WA-regeling is uitgeschakeld.
Als uw installateur deze waarde heeft inge-
steld, mag u deze niet aanpassen.
Veranderen van de stooklijn
waarde: instelling:
Veranderen van de ingestelde waarde kan door of
in te drukken. Het linker display gaat nu knipperen.
Aanpassen van de ingestelde waarde kan door
of
in te drukken. Bevestig de keuze door in te drukken.
Menu-optie 9: instelling stooklijn
weersafhankelijke regeling
Alléén als uw cv-installatie geschikt is voor het gebruik van
een WA-regeling, kunt u deze menu-optie gebruiken om
de ingestelde stooklijn aan te passen.
Als deze regeling niet is ingeschakeld, de waarde = 0,
laat de instelling dan op 0 staan!
Advies over een juiste instelling:
Deze afhankelijk van de cv-installatie, kierdichtheid van
de woning en de gewenste aanwarmsnelheid:
Alleen radiatoren of convectoren, advies: stooklijn 9.
Vloer- of wandverwarming samen met radiatoren
en/of convectoren, advies: stooklijn 9.
Bij een nageïsoleerde woning of een
ruimbemeten cv-installatie, advies: stooklijn 7 of 8.
Laagtemperatuurverwarming, advies: stooklijn 5.
De gebruiker kan later, afhankelijk van de wensen m.b.t.
de verwarming van de verschillende ruimten, via het
gebruikersmenu de stooklijn eventueel bijstellen.