Operation Manual

-4-
beknopte bedieningshandleiding
Pictogrammen
Toetsen
Pictogrammen en Toetsen
De bediening van elke functie van de telefooncentrale wordt duidelijk uitgelegd met behulp van pictogrammen.
Weitergabe eines
Gespräches
Akoestisch oproepsignaal (beltoon)
Hoorn opnemen
Telefoonnummers, codes invoeren
Tonen die u in de hoorn hoort, bijv.
bevestigingstoon
A
+
Z
Q
Ruggespraaktoets (signaaltoets)
voor ruggespraak tijdens een
gesprek
Cijfertoetsen voor de invoer van
codes, bijv. ”9”
r
9
Gesprek voeren
Hoorn neerleggen
Conferentie
A
-
K
S
R
Sterretjestoets voor het inleiden
van bepaalde functies
Hekjestoets voor intern kiezen ”Di-
rect telefoniste”
Aanwijzingen
Bij toestellen die geen
S
-toets hebben of deze functie niet ondersteunen, moet u in plaats van de
S
-toets het cijfer
99
invoeren. Bediening
van de betreffende functies op het ISDN-toestel is afhankelijk van het type ISDN-toestel en is mogelijk beperkt.
Aanwijzingen voor bediening
Op de donkere balkjes kunt u zien of de bedieningsprocedure geldt voor de ST 40, de ST 21 en ST 31 of voor analoge en ISDN-toestellen.
Let bij het gebruik van het toestel op het display. U wordt door alle bedieningsprocedures geleid. Als u het contextmenu hebt ingesteld (stand-
aardinstelling van de telefooncentrale), worden bij het telefoneren de meest gebruikte functies aangeboden.
Bij de systeemtoestellen ST 21 en ST 31 wordt telkens één functie weergegeven. Als meerdere functies mogelijk zijn, kunt u met de pijltoetsen
de gewenste functie kiezen.
De schermtoetsen onder het display van de systeemtoestellen ST 21, ST 31 en ST 40
worden met het volgende symbool weergegeven:
De toets waarop u moet drukken, wordt telkens donker weergegeven.
Als geen van de toetsen donker is, let dan op het display. Als meer dan drie functies mogelijk zijn, worden eerst de drie meest gebruikte func-
ties weergegeven.
Andere functies kunt u met de pijltoetsen kiezen.