Operation Manual
-26-
beknopte bedieningshandleiding
Oml. naar - Oproepen naar een
ander toestel omleiden
analoge en ISDN-terminalsST 40 ST 21/ST 31
Oml. naar - programme-
ren en in-/uitschakelen
!17
z
z
of t
z
!
Met ”set 17” de functie
inleiden.
Telefoonnummer in-
voeren van het toestel
(bronnummer) waar-
van u de oproepen
naar een ander intern
of extern nummer
wilt omleiden en met
de middelste toets de
keuze bevestigen.
Telefoonnummer van
de omleidingsbestem-
ming invoeren of op
de telefoonboektoets
drukken en een tele-
foonnummer uit het
telefoonboek kiezen.
Als u een intern
nummer als omlei-
dingsbestemming
wilt invoeren, moet u
dit laten voorafgaan
door #.
Met de middelste toets
de invoer bevestigen.
Kiezen of de omlei-
ding:
”1”: permanent
”2”: bij niet opnemen
(na 15 sec.)
”3“: bij bezet actief
moet zijn.
In- of uitschakelen
Invoer beëindigen
!17
z
z
of t
z
z
!
+
S58
Z
Z
Z
Z
R
Q
-
Met ”set 17” de functie
inleiden.
Telefoonnummer in-
voeren van het toestel
(bronnummer) waar-
van u de oproepen
naar een ander intern
of extern nummer wilt
omleiden en met ”Ok”
de keuze bevestigen.
Telefoonnummer van
de omleidingsbestem-
ming invoeren of op
de telefoonboektoets
drukken en een tele-
foonnummer uit het
telefoonboek kiezen.
Als u een intern
nummer als omlei-
dingsbestemming
wilt invoeren, moet u
dit laten voorafgaan
door #.
Met ”Ok” de invoer
bevestigen.
Kiezen of de omlei-
ding:
”1”: permanent
”2”: bij niet opnemen
(na 15 sec.)
”3”: bij bezet actief
moet zijn.
”2”: inschakelen
”1”: uitschakelen
Invoer beëindigen
Hoorn opnemen
Oml. naar – in-/uit-
schakelen
Kies of de oproepen
naar een
1=externe bestem-
ming
2=interne bestemming
3=snelkiesbestem-
ming
moeten worden om-
geleid.
Kies het type omlei-
ding:
0=deactiveren
1=permanent
2=bij bezet
3=bij niet opnemen
Intern telefoonnum-
mer invoeren dat moet
worden omgeleid.
Externe omleidingsbe-
stemming of snelkies-
bestemming invoeren.
Invoer afsluiten
Bevestigingstoon
Hoorn neerleggen










