Operation Manual
-12-
beknopte bedieningshandleiding
U belt extern en wilt
het gesprek doorver-
binden met een intern
toestel.
”ruggespr.” indrukken
en het interne tele-
foonnummer kiezen.
De externe gespreks-
partner wacht en hoort
eventueel een wacht-
melodie.
Het interne toestel
neemt op.
U kondigt het externe
gesprek aan.
Hoorn neerleggen. De
interne en externe ge-
sprekspartner zijn met
elkaar verbonden.
Doorverbinden van een gesprek
analoge en ISDN-terminalsST 40 ST 21/ST 31
A
z
A
-
U belt extern en wilt
het gesprek doorver-
binden met een intern
toestel.
De toets ”Ruggespr.”
indrukken en het in-
terne telefoonnummer
kiezen. De externe
gesprekspartner wacht
en hoort eventueel een
wachtmelodie.
Het interne toestel
neemt op.
U kondigt het externe
gesprek aan.
Hoorn neerleggen. De
interne en externe ge-
sprekspartner zijn met
elkaar verbonden.
A
%
z
A
-
U belt extern en wilt
het gesprek doorver-
binden met een intern
toestel.
De externe gespreks-
partner wacht en hoort
eventueel een wacht-
melodie.
Intern telefoonnum-
mer invoeren
Het interne toestel
neemt op.
U kondigt het externe
gesprek aan.
Hoorn neerleggen. De
interne en externe ge-
sprekspartner zijn met
elkaar verbonden.
A
r
Z
A
-
Intern doorverbinden
met aankondiging
Aanwijzingen
Wanneer het interne toestel niet opneemt, schakelt u met ”terug”, ”Stop” of ”
r0
” terug naar de externe gesprekspartner. U kunt het externe
gesprek doorverbinden met een ander toestel.
Wanneer het interne toestel bezet is, schakelt u met ”terug”, ”Stop” of ”
r0
” terug naar de externe gesprekspartner. U kunt het externe ge-
sprek doorverbinden met een ander toestel.
Een extern gesprek kunt u doorverbinden met een intern toestel of een andere externe gesprekspartner. Bij intern doorverbinden kunt u na het
kiezen het externe gesprek eerst aankondigen (doorverbinden met aankondiging) of onmiddellijk neerleggen (doorverbinden zonder aankondi-
ging).










