Operation Manual

-11-
beknopte bedieningshandleiding
Ruggespraak
analoge en ISDN-terminalsST 40 ST 21/ST 31
Telefonische rugge-
spraak
A
Z
A
U belt intern of extern.
Interne ruggespraak
”ruggespr.” indrukken
en het interne tele-
foonnummer kiezen.
of
Externe ruggespraak
”ruggespr.” indrukken,
netlijn kiezen met ”0”
en het externe tele-
foonnummer kiezen.
U belt met de rugge-
spraakpartner. De bel-
ler in de wachtstand
kan niet meeluisteren.
Met ”ruggespr.” kunt u
schakelen tussen de
twee gesprekken.
”scheiden” indrukken
om het huidige ge-
sprek te beëindigen.
A
y&
Z
A
%
y&
A
r
Z
A
r
Z
U belt intern of extern.
Interne ruggespraak
”Ruggespr.” selecteren
en het interne tele-
foonnummer kiezen.
of
Externe ruggespraak
”Ruggespr.” selecte-
ren, netlijn kiezen met
”0” en het externe tele-
foonnummer kiezen.
U belt met de rugge-
spraakpartner. De bel-
ler in de wachtstand
kan niet meeluisteren.
Met de toets ”Rugge-
spr.” kunt u schakelen
tussen de twee ge-
sprekken.
”Scheiden” selecteren
om het huidige ge-
sprek te beëindigen.
U belt intern of extern.
Ruggespraak
Eerste gesprek wordt
in de wachtstand gezet
Interne ruggespraak
Intern telefoonnum-
mer invoeren
of
Externe ruggespraak
Netlijn kiezen met ”0”
en extern telefoon-
nummer invoeren
Ruggespraakgesprek
voeren
Ruggespraakgesprek
en eerste gesprek
worden in de wacht-
stand gezet
met ”0” naar het exter-
ne gesprek of met het
interne telefoonnum-
mer naar het interne
gesprek
Tijdens het telefoneren kunt u uw gesprek onderbreken en ondertussen met iemand anders spreken. Het eerste gesprek wordt door de tele-
fooncentrale in de wachtstand gezet. De beller in de wachtstand kan niet meeluisteren. De externe beller hoort eventueel een wachtmelodie. Bij
ruggespraak kunt u alle functies van uw toestel gebruiken, waaronder het telefoonboek, gericht kiezen en mededeling.