User manual

Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
De compressor
werkt continu.
De temperatuur is niet
goed ingesteld.
Stel een hogere tempera-
tuur in.
De deur is niet goed ge-
sloten.
Zie 'De deur sluiten'.
De deur is te vaak open
gedaan.
Laat de deur niet langer
open staan dan noodzake-
lijk.
De temperatuur van het
product is te hoog.
Laat het product afkoelen
tot kamertemperatuur
voordat u het opbergt.
De kamertemperatuur is
te hoog.
Verlaag de kamertempera-
tuur.
Er loopt water over
de achterkant van de
koelkast.
Tijdens het automatische
ontdooiproces ontdooit
de rijp tegen de achter-
wand.
Dit is normaal.
Er loopt water in de
koelkast.
De waterafvoer is ver-
stopt.
Maak de waterafvoer
schoon.
Producten verhinderen
het water om in de water-
opvangbak te lopen.
Zorg ervoor dat de pro-
ducten de achterwand niet
raken.
Er loopt water over
de vloer.
De dooiwaterafvoer loopt
niet in de verdamperbak
boven de compressor.
Maak de dooiwaterafvoer
vast op de verdamperbak.
De temperatuur in
het apparaat is te
laag/hoog.
De thermostaatknop is
niet goed ingesteld.
Stel een hogere/lagere
temperatuur in.
De temperatuur in
de koelkast is te
hoog.
Er is geen koude luchtcir-
culatie in het apparaat
aanwezig.
Zorg ervoor dat er koude
luchtcirculatie in het appa-
raat aanwezig is.
De temperatuur in
de vriezer is te
hoog.
Producten zijn te dicht op
elkaar geplaatst.
Bewaar de producten op
een manier die een koude
luchtcirculatie mogelijk
maakt.
Er is te veel rijpvor-
ming.
Het product is niet goed
verpakt.
Verpak het op de juiste
manier.
De deur is niet goed ge-
sloten.
Zie 'De deur sluiten'.
De temperatuurregelaar
is niet goed ingesteld.
Stel een hogere tempera-
tuur in.
6.1 Het lampje vervangen
LET OP!
Trek de stekker uit het stopcon-
tact.
NEDERLANDS 11