User manual
GRILLEN
Gebruik de eerste rekstand.
(°C) (min)
1e kant 2e kant
Varkenshaas 210 - 230 30 - 40 30 - 40
Kalfsvlees 210 - 230 30 - 40 30 - 40
Lamsrug 210 - 230 25 - 35 20 - 35
Hele vis, 0,5 - 1 kg 210 - 230 15 - 30 15 - 30
11.13 Lage temperatuur garen
Met deze functie bereidt u vlees en vis
op magere wijze mals. De functie is niet
van toepassing op gevogelte, vet
varkensgebraad, gebraad.
Voedselsensor de temperatuur mag niet
hoger zijn dan 65 °C.
1. Bak het vlees 1 - 2 minuten aan beide
zijden aan in een pan op een hoog
vuur.
2. Plaats het vlees in de braadslede of
direct op het bakrooster. Zet een
plaat onder het rooster om vet op te
vangen.
Kook altijd zonder deksel terwijl u
deze functie gebruikt.
3. Gebruik Voedselsensor.
4. Selecteer de functie: Lage
temperatuur garen. U kunt
gedurende de eerste 10 minuten de
temperatuur instellen op een
temperatuur tussen de 80 °C en 150
°C. De standaard is 90 °C. Stel de
temperatuur in op Voedselsensor.
5. Na 10 minuten verlaagt de oven
automatisch de temperatuur tot 80
°C.
Gebruik de eerste rekstand.
(kg)
(°C) (min)
Rosbief 1 - 1,5 150 120 - 150
Runderfilet 1 - 1,5 150 90 - 110
Geroosterd kalfsvlees 1 - 1,5 150 120 - 150
Steak 0,2 - 0,3 120 20 - 40
NEDERLANDS 31










