User manual

3. Selecteer de categorie en het
gerecht. Druk op om te
bevestigen.
4. Een recept selecteren. Druk op
om te bevestigen.
Bij gebruik van de functie:
Handmatig, gebruikt de
oven de automatische
instellingen. U kunt ze
veranderen, net als bij
andere functies.
8.3 Kook- En Bakassistent met
Per gewicht
Deze functie berekent automatisch de
braadtijd. Als u de functie wilt gebruiken,
moet u het gewicht van het gerecht
instellen.
1. Oven inschakelen.
2. Selecteer het menu: Kook- En
Bakassistent. Druk op om te
bevestigen.
3. Selecteer de categorie en het
gerecht. Druk op
om te
bevestigen.
4. Selecteer de functie: Per gewicht.
Druk op om te bevestigen.
5. Druk op
of om het gewicht
van het gerecht in te stellen. Druk op
om te bevestigen.
Het automatische programma start.
6. U kunt het gewicht te allen tijde
wijzigen. Tik op of om de
letter te wijzigen.
7. Wanneer de tijd is verstreken, klinkt
er een geluidssignaal. Druk op een
willekeurig symbool om het signaal
uit te zetten.
Bij sommige programma's
moet het voedsel na 30
minuten worden gekeerd.
Op het display verschijnt
een herinnering.
9. GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
9.1 Voedingssensor
De voedingssensor meet de temperatuur
in het voedsel. Wanneer het voedsel de
ingestelde temperatuur heeft bereikt,
wordt het apparaat uitgeschakeld.
Er worden twee temperaturen ingesteld:
de oventemperatuur (minimum 120
°C),
de voedselkerntemperatuur.
LET OP!
Gebruik alleen de
meegeleverde
voedingssensor en de
originele vervangende
onderdelen.
Instructies voor de beste resultaten:
Ingrediënten moeten op
kamertemperatuur zijn.
De voedingssensor mag niet worden
gebruikt voor vloeibare gerechten.
Tijdens het koken met de
voedingssensor in het gerecht blijven
en de stekker in de aansluiting.
Gebruik de aanbevolen instellingen
voor de vleesthermometer. Zie het
hoofdstuk 'Nuttige aanwijzingen en
tips'.
Het apparaat berekent een
geschatte eindtijd van de
bereidingsduur. Dit is
afhankelijk van de
hoeveelheid eten, de
ingestelde ovenfunctie en
de temperatuur.
Voedselcategorieën: vlees,
gevogelte en vis
1. Schakel het apparaat in.
2. Plaats de punt van de
voedingssensor in het midden van
het vlees of de vis, indien mogelijk in
het dikste gedeelde. Zorg ervoor dat
NEDERLANDS
17